Dat we het tuchtrecht in zijn huidige vorm maar laten bestaan: ik kan het niet uitstaan. Niet omdat ik zo nodig collega’s de hand boven het hoofd wil houden, maar omdat ik vind dat het tuchtrecht faalt. Recentelijk verscheen een boek van tuchtrechtadvocaat Oswald Nunes. In een interview in De Psychiater zegt hij dat de meeste zaken gaan om kleinigheden (bagatelzaken). Kleinigheden, maar bij de arts hakt het er diep in. In een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2019 lees ik:

Uit onderzoek blijkt dat veel professionals slechter functioneren na een tuchtklacht, ongeacht de uitkomst. Hierdoor gaat er een verlammende dreiging uit van het tuchtrecht. Het tuchtrecht streeft verbetering van kwaliteit van zorg na, maar dreigt het tegenovergestelde te bereiken doordat het handelingsverlegenheid bij de betrokken zorg- en hulpverleners in de hand werkt.

Tamelijk vernietigend.

Ook professor Friele vraagt zich in dit artikel uit 2018 af of

…de vermeende voordelen wel opwegen tegen de nadelen. Het primaire doel van het tuchtrecht – leren – lijkt verloren te gaan onder het punitieve karakter van het tuchtrecht.

Al in 2016 schreef Marcel Levi in het jaarverslag van de tuchtcolleges dat

…het medisch tuchtrecht slechts zeer beperkt tegemoetkomt aan zijn ambitie om kwaliteitsrecht te zijn en niet goed aansluit bij de moderne praktijk van de gezondheidszorg. De rol van de tuchtcolleges is in veel gevallen weinig constructief en slechts zelden echt relevant.

Hoe kun je zulke kritiek van toch niet de eerste de beste publiceren en toch vrolijk schrijven: ‘Mild waar passend, streng waar nodig. En zo gaan we door.’ Temeer omdat je zelf constateert dat

…vanuit de medische hoek er geluiden zijn dat een opgelegde maatregel als zeer bezwarend wordt ervaren en vanuit patiënten een maatregel van waarschuwing of berisping nauwelijks als bevredigend wordt ervaren. Deze ervaringen dwingen ons tot nadenken over de verwachtingen van partijen.

Dat nadenken is dan zeker nog bezig, want ik heb er nog geen resultaten van gezien.

En in 2015 constateert professor Hendriks in zijn voorzittersrede ‘Meer tucht dan recht’ dat

…het tuchtrecht in toenemende mate strafrechtelijke trekjes krijgt. Is de rechtspositie van degenen die zich tuchtrechtelijk moeten verantwoorden hiermee in overeenstemming? Voldoen de competenties van de leden van tuchtcolleges en de gevolgde benoemingsprocedure wel aan de eisen die aan een quasistrafrechtelijk college moeten worden gesteld alsmede aan de eisen van eerlijk proces?

Quasistrafrechtelijk: Playmobil-recht, moest ik denken.

En in oktober 2017 stond er in dit blad een artikel van radioloog G. Jager:

Het tuchtrecht in zijn huidige vorm is bestraffend en voldoet niet aan de gestelde doelen. Er ligt een wetsvoorstel om het aan te passen. Maar revitaliseren of een ‘update’ acht ik weinig zinvol. Een transitie naar een herstellend en lerend recht moet de weg zijn. Het woord ‘tucht’ moet in de prullenmand.

Het recente artikel ‘Van tuchtzaken valt veel te leren’ wijst op het gevaar van ‘hindsight bias’, wat wil zeggen dat je achteraf te makkelijk praten hebt. Het zegt ook dat

…een oordeel erg afhankelijk is van de leden-beroepsgenoten die op dat moment zitting hebben in het tuchtcollege.

Dat heet willekeur.

Recentelijk bepleitte prof. Legemaate een vernauwing van de klachtgronden in de Wet BIG om het aantal bagatelzaken terug te dringen. De tuchtrechter mag nu al klachten ‘van onvoldoende gewicht’ terzijde leggen, maar dat gebeurt nauwelijks.

Journalist Sophie Broersen zegt in haar laatste bijdrage dat ze vreest dat een dokter niet beter wordt van een tuchtmaatregel. Ik vrees dat dat niet alleen voor de dokter in kwestie geldt, maar voor dokters in het algemeen. Het leidt tot defensief handelen.

De minister voor MZS onderzoekt hoe  – in aanvulling op het corrigerende effect – een meer lerend effect van het tuchtrecht kan uitgaan (verbeteren kwaliteit van zorg). Ik daag de KNMG uit als bijdrage daaraan een enquête te houden. Volgens mij is het merendeel van de artsen niet tevreden met het tuchtrecht. Waarom laten we het dan toch ongehinderd zijn gang gaan?

Als het tuchtrecht een arts was dan had het allang een berisping gehad, misschien zelfs wel een schorsing.

PS: In 2020 waren er 1028 klachten, 487 (!) minder dan in 2019. Door covid of door de 50 euro griffierecht (sinds april 2019)?

gepubliceerd op Medisch contact op 16 juli 2021

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.