De kosten van de gezondheidszorg zijn aanzienlijk en nemen per jaar toe. Deze constatering wordt vrijwel automatisch gevolgd door de opmerking dat dit zo niet langer kan.
Waarom niet eigenlijk? We besteden ook steeds meer aan vakanties, computers, telefoons en allerlei andere dingen die ons leven veraangenamen.
De juiste vraag zou moeten zijn of we de baten vinden opwegen tegen de kosten. En of we het geld kunnen opbrengen.
In mijn opleiding was ik verbaasd over de argumenten tijdens een discussie over de vraag of een hele dure behandeling moest worden gegeven terwijl er een minimale kans op succes was.
‘Anders kijken we toch ook niet naar de kosten?’
‘Geld mag geen rol spelen, als het om een mensenleven gaat.’
Dat laatste argument klinkt sympathiek, maar gaat pas op als de middelen onbeperkt zijn. Tot die tijd zullen we kosten en baten moeten afwegen. Daar ben ik het dus helemaal mee eens.
Maar eenvoudig is dit allerminst. Want wat baten zijn, is voor de individuele patiënt, de maatschappij en de zorgverzekeraar verschillend.
En nog lastiger is, hoe maak je de baten inzichtelijk?
Niet alles van waarde is meetbaar en niet alles wat meetbaar is, is van waarde (Einstein).
Deze tijd is sterk gericht op controle, dus het risico is een overwaardering voor meetbare aspecten van de zorg, die lang niet altijd iets zeggen over de kwaliteit.
Een ander risico is dat de vraag naar de baten zich versmalt tot de vraag wat het de maatschappij economisch oplevert. Het behandelen van een depressie is dan kosteneffectief, als de kosten van de behandeling minder zijn dan de opbrengst van eerdere werkhervatting.
Er is niks mis mee om dat te laten meewegen, maar het wordt riskant als de focus daarop komt te liggen. Als economische baten voor de maatschappij het leidende argument worden dan kunnen we zorg voor mensen boven de 65 afschaffen. Wow, dat is nog eens kostenbesparend.
Maar kosten besparen is niet het doel van geneeskunde. De primaire opbrengst is zorg.
In de artseneed van de KNMG staat: ‘Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop.’
Economische aspecten spelen daarbij natuurlijk ook een rol.
‘Ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving. Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen.’
Zorg is iets wezenlijk anders dan markt. Als we dat niet beseffen dan krijgen de economische aspecten ook hier een veel te grote rol, net als in Amerika. Persoonlijk zie ik de lol niet zo van het invoeren van marktwerking bij collectieve voorzieningen. Ik was heel gelukkig met de NS, de PTT en het elektriciteitsbedrijf. Of marktwerking daar effectief is, weet ik niet. In de gezondheidszorg leidde het in ieder geval niet tot minder kosten. Nu moet artikel 13 aangepast en daarmee staat de vrije artsenkeuze op de tocht, zodat verzekeringsmaatschappijen (nog) meer invloed hebben. Zij gaan nu zorgen voor de beste kwaliteit tegen de laagste prijs. Zou het?