Dit blog kan ook beluisterd worden op soundcloud

Al eerder reageerde ik met een blog op een krantenartikel waarin werd gesteld dat het toenemen van de wachtlijsten in de ggz wordt veroorzaakt door oneigenlijke vraag. Ik schreef toen dat er weinig redenen zijn om de hulpzoekers te wantrouwen en opperde dat het misschien wel aan de schepping ligt. Er zijn gewoon veel psychische aandoeningen waar je behoorlijk last van kunt hebben. Nu was er weer een artikel en nog wel van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie (NVvP), Damiaan Denys, die ook vond dat er veel te veel hulp wordt gezocht voor leed dat niet psychiatrisch van aard is. Hoewel het voor het aanzien van ons vak niet goed is dat psychiaters het altijd, overal en over alles met elkaar oneens zijn, kon ik het toch niet laten dit openlijk tegen te spreken. Mensen die hulp zoeken voor hun psychische problematiek, voelen zich toch al heel vaak schuldig, omdat het misschien niet erg genoeg is. Dat maakt Denys er niet beter op. Verder verwijs ik naar het artikel dat ik samen met Jim van Os schreef.

Waar ik het nu over wil hebben, is de grens tussen gewoon leed en psychiatrisch leed. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: er is geen strikte grens, het is een geleidelijke overgang. Je kunt er eindeloos over debatteren waar je de grens wilt trekken, maar dat blijft arbitrair. Ik verbaas me er wel over dat zodra het over psychische klachten gaat, er al snel stemmen opgaan dat hulp toch echt alleen bedoeld is voor ernstige problematiek. We beperken hulp bij lichamelijke klachten toch ook niet tot mensen die doodziek zijn?

Maar nu even praktisch. Iedereen zit nu natuurlijk met de vraag: is mijn leed erg genoeg voor professionele hulp of moet ik het zelf oplossen? Of met de buurvrouw, zoals minister Schippers destijds vond. Gelukkig hebben we Marijke Groot. Zij schreef een blog: Naar de buurvrouw of naar de ggz, een handleiding. Ontzettend geestig. Je móet hem lezen, maar ik verklap alvast iets. Als je ‘n glas wijn wilt, ga je naar de buuf, want in de ggz krijg je alleen maar koffie. Maar als je elke dag 17 glazen wijn wilt, dan moet je wel naar de ggz want dan ben je verslaafd.

Er was ook nog een reactie, waar ik vreselijk om moest lachen. ‘Mijn buurvrouw is zo gek als een deur’, twitterde Marjolein Houttuin.

In een klap viel het beeld van de immer begripvolle, kalme en wijze buurvrouw aan duigen. Humor. Ik vind dat echt een extraatje in de schepping. Het evolutionaire nut zie ik er niet van in. Het had niet gehoeven. We hadden ook een gortdroge schepping kunnen hebben waar nog geen lachje van af kan.

Nog één onopgelost puntje. Mannen met een ggz-onwaardig probleem: waar moeten zij heen? Toch niet naar de buurvrouw?

PS> Voor de zekerheid heb ik Marjolein toch maar even gevraagd of het een grapje was. Want anders is het voor die buurvrouw niet leuk. Was gelukkig zo.
gepubliceerd op Medisch contact op 28 september 2018

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.