‘Elk nadeel hep zijn voordeel’ heeft Johan Cruijff ons geleerd. Wat de coronacrisis betreft is dat voordeel dat we onze koudwatervrees voor digitale bijeenkomsten hebben overwonnen. Dat levert een enorme besparing op aan reistijd en -kosten. Ik verwacht dat we dit ook postcorona (2022?) zullen handhaven. Behalve efficiëntiewinst opent het digitaal bijeenkomen ook nieuwe mogelijkheden.
In het najaar waren we begonnen met een OCD-café, een gratis, laagdrempelige mogelijkheid voor mensen die worstelen met een dwangstoornis (Obsessive Compulsive Disorder, OCD) om elkaar te ontmoeten. Er was wel de wens om het ook op andere locaties te organiseren, maar dat realiseren was nog niet zo eenvoudig. Dus het bleef eerst bij Groningen. Het begon net leuk te lopen, toen corona roet in het eten gooide. Maar Hanny, die de bijeenkomsten regelde, kwam met het idee van digitaal bijeenkomen. Vorige week was alweer de derde bijeenkomst en nu dus met mensen uit het hele land, tot Zeeland en Zuid-Limburg toe.
Ik zei al eens eerder dat hoe ouder ik word hoe meer mijn diepste inzichten gaan lijken op tegeltjeswijsheden. ‘Pluk de dag, de waarheid ligt in het midden en komt tijd, komt raad.’ Dat soort dingen. En nu dus: ‘Gedeelde smart is halve smart.’ Ik heb inmiddels heel wat ervaring met lotgenotenbijeenkomsten van mensen met OCD. De dag van de dwangstoornis in 2018, een weekend met lotgenoten, diverse appgroepen, bijeenkomsten bij mij thuis van hulpverleners met OCD, een groep voor jeugdigen op mijn werk, bijeenkomsten met vrijwilligers van de Stichting Dwangstoornis en nu dus het OCD-café. Het delen van ‘smart’ is inderdaad steunend. Zonder uitzondering vind ik het hartverwarmende bijeenkomsten. Het enige nadeel is dat ik er soms wat moedeloos van word om van zoveel mensen te zien hoe ze onder hun dwang lijden. Het is zo ontzettend jammer. Eindeloze onrust en uitgebreide dwanghandelingen, die in wezen volstrekt overbodig zijn. Dat weten mensen met dwang zelf ook wel (min of meer) met hun hoofd, maar niet met hun hart. Het voelt als ontzettend wezenlijk. De soms verwoestende invloed die dat op iemands leven kan hebben is aangrijpend om te zien. Maar wat overheerst is dat het zo waardevol is als mensen het met elkaar kunnen delen. In een appgroep schreef iemand: ‘Het is zo fijn er met elkaar over te kunnen praten. Met hulpverleners blijft het toch vaak wat oppervlakkig.’ Niks ten nadele van hulpverleners, maar het is ontegenzeggelijk waar. Iets uit ervaring kennen is anders dan je in iemand verplaatsen. Ondanks het feit dat ik dwangmatige onrust uit eigen ervaring ken, kost het me soms moeite begrip te voelen als iemand er niet in slaagt zijn dwanghandelingen te doorbreken. Ooit oefende ik met een jongen om een lichtknopje aan te doen. Dat kon hij niet vanwege dwang en het lukte hem nu ook met geen mogelijkheid. Ik bleef geduldig stimuleren, maar innerlijk dacht ik: ‘Kom op, een lichtknopje aandoen. Hoe moeilijk kan dat zijn?’ Ik vertelde hem dat ik hem verstandelijk begreep, maar dat ik mijns ondanks toch geïrriteerd raakte. Onze verhouding was zodanig dat ik dat wel kon zeggen. Hij had er alle begrip voor. ‘Ik zou bij een ander ook niet het begrip en geduld altijd kunnen opbrengen.’
Als begrip opbrengen soms al moeilijk is terwijl je zélf dwang hebt, dan is het voor iemand zonder dwang wel heel moeilijk. Dat begrip vinden mensen meestal wel bij lotgenoten. En nu zijn de mogelijkheden voor contact dus enorm vergroot, door gebruik te maken van internet. De aanleiding, corona, is weliswaar naar, maar het resultaat is zeer waardevol. Digitaal OCD-café, daar gaan we nog veel mee doen.
P.S. Elke donderdag, 20 uur. Aanmelden bij menno@dwang.eu. Je krijgt dan een uitnodiging. Enige vereiste is dat je zelf een dwangstoornis hebt en dat je voor je houdt wat je hoort. OCD-café voor naasten komt nog.