Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud
Was je vakantie niet het verwachte hoogtepunt van het jaar? Daar hoef je je niet voor te schamen. Je bent echt de enige niet. Uit onderzoek blijkt dat mensen hun vakantie vooraf en achteraf vele malen beter waarderen dan tijdens. Van dat achteraf ophemelen heb ik geen last. Daarvoor heb ik dan weer te duidelijk ervaren dat ik de kunst van het niets doen niet versta.
We zijn meermaals eerder naar huis gegaan, omdat het voor mijn vrouw niet meer om aan te zien was hoe ik hologig, als een geestverschijning, achter haar aanliep op de mooiste wandeltochten, die je maar kunt bedenken. Als dan het verlossende ‘Laten we maar naar huis gaan’ was gevallen, dan klaarde mijn stemming per direct op. Hoe dichter bij huis hoe meer de innerlijke zon weer ging schijnen. Zelfs als we van stralend zomerweer naar een druilerig Nederland terugkeerden.
Ik heb te weinig te doen op een vakantie. Met te doen bedoel ik niet een boek lezen op het strand, onbekende stadjes verkennen, doelloos winkelen of op een terrasje naar mensen kijken. Nee, met te doen bedoel ik de loop van een beek verleggen met stenen, de volledige inheemse flora leren kennen, houtbewerken, schrijven of wat dan ook. Eigenlijk allemaal dingen, die je thuis veel beter kunt doen. Het is natuurlijk ook niet de bedoeling van vakantie om veel te doen. Vakantie komt van vacare en dat betekent nou juist leegmaken. Ik vind dat uiterst onaangenaam. Ik denk ook niet dat God het zo bedoeld heeft. Na de verdrijving uit het paradijs kregen Adam en Eva immers te horen dat het uit was met de pret. ‘In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood verdienen, totdat gij tot de aarde wederkeert.’ Geen woord over vakantie. Nee, ‘ledigheid is des duivels oorkussen’. Dat gold kennelijk alleen voor het aardse, want het beeld dat ik van de hemel kreeg was juist een en al ledigheid. Zittend op harde kerkbanken eindeloos psalmen zingen of doelloos op een wolk rondhangen. Kennelijk is het ook in de schepping lastig het juiste midden te vinden tussen te veel en te weinig te doen hebben.
De leerzaamste ervaring van de afgelopen vakantie was de ontmoeting met een boer in Slovenië. Met Nederlandse boeren maak ik nooit een praatje maar in het buitenland ben je al blij met iedere conversatie die je in gebrekkig Duits kunt voeren. Contact met de lokale bevolking! Zo kwamen we erachter dat deze man 44 jaar getrouwd was, wat ons aanvankelijk een bijzondere mededeling leek voor een eerste praatje. Maar na wat doorploeteren met handen en voeten werd duidelijk dat hij het bedoelde als de tijdsspanne waarin hij geen vakantie had gehad. ‘Nicht ein Tag Urlaub’, verkondigde hij stralend.
Voorpret had hij wel, want hij noemde een paar plaatsten, waar hij nog wel eens naar toe wilde. Zijn wensen waren overigens bescheiden. Een keer naar Oostenrijk. Als je 10 km van de grens woont dan is dat geen echte trendbreuk met een leven lang zonder vakantie. Maar het was er nog niet van gekomen en de vrolijkheid waarmee hij alles vertelde, deed vermoeden dat er weinig motivatie was hier verandering in aan te brengen. Ik denk dat hij het houdt bij Nicht ein Tag Urlaub. Misschien zo gek nog niet.