Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud

Aarzelend komt Marcel Levi in zijn blog Als ik u was tot de conclusie dat het wellicht beter is eigen ervaringen niet te delen. ‘De dokter moet geen lotgenoot zijn’ staat er. Ik ben daar de afgelopen jaren anders over gaan denken. Ongeveer vier jaar geleden schreef ik hier een blog: ‘Volgens mij heeft die man het zelf ook.

Jaren eerder had een jonge patiënt met een dwangstoornis dit na ons eerste gesprek tegen zijn moeder gezegd met als argument, dat ik hem anders niet zo goed kon begrijpen. Destijds was ik niet op zijn opmerking ingegaan. Toen en de jaren daarna was ik van mening dat het niet nodig en nuttig was om daar open over te zijn. Ook ik ben opgeleid met het adagium ‘Maximale toenadering met behoud van distantie.’ Een prima uitgangspunt, maar om nu te zeggen dat in de praktijk altijd het maximum aan nabijheid werd gezocht… We lijken banger voor te veel nabijheid dan voor te veel distantie.

Toen raakte ik betrokken bij de strijd tegen het overhevelen van de jeugd-ggz naar de gemeente en ontdekte ik de kracht van social media. Nadat de jeugdwet begin 2014 toch was aangenomen zag ik in het gebruik van die social media een goede mogelijkheid meer aandacht te vragen voor de dwangstoornis. Ik richtte met anderen de stichting dwangstoornis op en begon een website www.dwang.eu Toen ik daarmee begon wist ik dat het onwaarachtig zou voelen om te verzwijgen dat ik zelf ook een dwangstoornis heb. Dus vandaar dat blog, later gevolgd door mijn boek Vals alarm, waarin ik behalve de ervaringen van patiënten ook gebruikmaak van mijn eigen ervaringen om duidelijk te maken hoe een dwangstoornis er van binnen uitziet.

Nu was dat allemaal in het publieke domein, maar het had natuurlijk ook gevolgen voor het directe patiëntencontact. Mensen, die nu bij mij komen weten in het begin vaak meer over mij dan ik over hen. Ik ben nog steeds terughoudend om uit mezelf te beginnen over mijn eigen ervaringen. Dat moet meer blijken uit wat ik zeg dan dat ik het zeg. Maar ik doe het zeker vaker dan voorheen. Ik was nooit heel afstandelijk, maar sinds mensen weten dat ik lotgenoot ben, heeft het contact vaak iets extra’s gekregen. Ik kan dat nog het beste omschrijven als een gevoel van saamhorigheid. En ik krijg op voorhand al veel vertrouwen. Mensen schamen zich sowieso vaak voor hun psychische problematiek en bij dwang kan er ook nog sprake zijn van indringende nare voorstellingen van dingen die je juist niet wilt. Weten dat iemand het uit eigen ervaring kent, blijkt van grote waarde. Hoe vaak ik niet hoor: ‘Ik ben zo blij, dat u het ook heeft.’

Soms gevolgd door: ‘Ja, niet voor u zelf natuurlijk.’

Ik denk dat we, zeker in de psychiatrie, op een keerpunt zitten wat betreft open zijn. Het belang van nabijheid komt meer op de voorgrond. Dat blijkt ook uit de inzet van ervaringsdeskundigen. Maar laten we alsjeblieft niet het zoeken naar de nabijheid aan hen uitbesteden.

Natuurlijk is belangrijk er altijd op te letten of het open zijn over eigen ervaringen in het belang van de patiënt is. Je moet het niet zelf nodig hebben, maar gebruiken. Het is niet de bedoeling uitgebreid over eigen problemen te gaan spreken. En natuurlijk is het niet nodig alles uit eigen ervaring te kennen om inlevend te zijn. Maar als je iets wél uit eigen ervaring kent onderschat dan niet hoeveel het voor de (mede)patiënt kan betekenen om dit te delen.

Gepubliceerd op Medisch Contact op 05 maart 2019
Categorieën: OCDBlogs

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.