Ik zie overal dwangmatigheid. Dwangmatigheid is te veel doen om een kleine kans op een grote ramp te voorkomen. Daardoor wordt het voorkomen zelf de ramp. Vanuit die optiek besprak ik hier al de regelzucht, de bureaucrazy als een maatschappelijke dwangstoornis, maar wat denkt u van de risicoregelreflex?

Deze werkt zo: Er gebeurt een ramp. Er komt een onderzoek. Daaruit blijkt welke factoren meegespeeld hebben. Dan volgt de reflex: Een roep om regelgeving, die die factoren voortaan uitsluit.
Klinkt goed. Maar een niet onbelangrijk detail wordt over het hoofd gezien. De gevonden factoren leiden lang niet altijd tot de ramp. In de wiskunde heet dit: Ze zijn noodzakelijk, maar niet voldoende. We weten zelden welke factoren allemaal nodig zijn, laat staan dat we ze allemaal zouden kunnen aantonen.

Ik maak het concreet: Een jaar geleden liet copiloot Andreas Lubitz – waarschijnlijk moedwillig – een airbus van Germanwings neerstorten; alle 150 inzittenden kwamen om.

De Franse onderzoeksraad naar luchtvaartongevallen deed onderzoek en bracht daarover een rapport uit. De piloot was mogelijk psychotisch depressief. Geen verrassende conclusie over iemand die een eind aan zijn leven heeft gemaakt.

De reflex: een oproep tot internationale regelgeving die artsen verplicht om autoriteiten te informeren als een patiënt de openbare veiligheid in gevaar brengt en een oproep tot psychologische screening van alle piloten, het opslaan van alle medische bezoeken van piloten in een Europese database, het steekproefsgewijs testen op drugs en alcohol, en beter toezicht op dokters die piloten regelmatig checken.

En moeten die dokters dan ook psychologisch worden gescreend, getest op drugs en alcohol en gemonitord op medische bezoeken? En eenzelfde regime voor de toezichthouders? De gedachtegang is: er was een ramp. Zonder depressieve piloot geen ramp. Vind de depressieve piloot. Ik ga even voorbij aan alle risico’s van zo’n zero-risicobeleid. Piloten die zorg gaan mijden om er maar een te noemen.
Nee, we gaan even rekenen. Ons doel is de depressieve piloot vinden. Ons middel is het geheel aan maatregelen hierboven. Dat noemen we de test(batterij).

Laten we stellen, dat die testbatterij 100 procent sensitief is en 70 procent specifiek. Dat betekent, dat geen enkele depressieve piloot wordt gemist (geen foutnegatieve uitslagen). Maar zo’n gevoelige test is helaas ook gemakkelijk positief bij niet-depressieve piloten (veel foutpositieven).

Neem 20.000 piloten. 5 procent van hen is depressief, dus 1000. Die vindt de test allemaal. Maar van de 19.000 niet-depressieve piloten krijgen ook 5700 een positieve uitslag. Dus 1000 depressieve piloten en 5700 foutpositieven geeft 6700 piloten, die mogelijk een risico zijn.

Maar lang niet elke depressieve piloot is suïcidaal en het is ook nog eens zeer uitzonderlijk dat iemand anderen meeneemt in zijn suïcide (religieus of politiek gemotiveerde zelfmoordaanslagen daargelaten). Ik heb er bij piloten zelfs nog nooit (!) van gehoord.

Maar laten we zeggen dat van de 1000 depressieve piloten er 1 dat zou kunnen doen. Dan hebben we 1 echt risicogeval op 6700 met een positieve test. We weten alleen niet wie. Alle 6700 dan maar op non-actief? Tja, wel veel van de 20.000…..

We kunnen domweg niet elk risico uitsluiten! We moeten ook vertrouwen dat het meestal wel goed komt. Ik bepleit geen blind vertrouwen. Een zekere mate van controle is prima. Maar daaraan zit een optimum. Ga je meer controleren dan gaan die controles hun tol eisen.

Ooit zag ik een verkeersdeskundige pleiten tégen verlaging van het toegestane alcoholpromillage naar 0,2. Dat zou immers leiden tot meer overtreders en daarmee een lagere pakkans voor iemand met een echt gevaarlijk hoog promillage. Een mevrouw in de zaal, die een zoon verloren had bij een aanrijding door een dronken automobilist zei fel: Elk glas is er een te veel. Ze had de zaal op haar hand. Het was onbegonnen werk voor de expert duidelijk te maken dat verlaging van het toegestane promillage de pakkans van mogelijke veroorzakers van dat soort ongelukken juist verkleint.

Zo gaat het met alles. We schieten het optimum voorbij in onze ijver elk risico uit te sluiten. Maak dat maar eens duidelijk in een wereld, die geen rampen meer accepteert en voor alles iemand verantwoordelijk wil stellen. De schade, die een te veel controle teweegbrengt, neemt niemand je kwalijk. Maar schade die misschien voorkomen had kunnen worden door meer controle, word je wel zwaar aangerekend. Dus timmeren we de wereld volledig dicht met regels en klagen we over de gekmakende hoeveelheid daarvan.

Maar er is hoop. Er is een behandeling voor de risicoregelreflex. Vertrouwen oefenen. Hoe je dat doet? Door (verantwoorde) risico’s te nemen.

Gepubliceerd op Medisch Contact op 18 maart 2016.
Categorieën: OCDBlogs

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.