Vandaag sprak ik een jongeman met een forse dwangstoornis. Hij moest zich aan allerlei regels en voorschriften houden, omdat het in zijn beleving anders niet goed met hem zou aflopen. De regels waren zo knellend dat hij nauwelijks nog een leven overhield. Iets in hem wist nog wel dat dit niet nodig was, maar de obsessieve overtuiging dat er iets helemaal kan misgaan voelt voor hem bedrieglijk echt.

Vandaag sprak ik een jongeman met een forse dwangstoornis. Hij moest zich aan allerlei regels en voorschriften houden, omdat het in zijn beleving anders niet goed met hem zou aflopen. De regels waren zo knellend dat hij nauwelijks nog een leven overhield. Iets in hem wist nog wel dat dit niet nodig was, maar de obsessieve overtuiging dat er iets helemaal kan misgaan voelt voor hem bedrieglijk echt.

Als buitenstaander kun je je maar moeilijk voorstellen dat iets wat in wezen niks voorstelt, wordt beleefd alsof het van wezensbelang is, alsof je leven ervan afhangt. Het is vaak moeilijk om aan te zien hoe de dwang roet in het eten gooit en het leven volkomen verziekt, terwijl je als buitenstaander ziet, dat het nergens voor nodig is, dat het spoken zijn, illusies van gevaar en valse signalen, dat het niet in orde is. Daarom heb ik mijn boek hierover ook Vals alarm genoemd. Het is vals, maar het is wel alarm en alarm is niet bedoeld om te negeren. En toch moet dat, want als je blijft streven naar het wegnemen van de onrust dan neemt het alleen maar toe. Absolute zekerheid, ordelijkheid of schoonheid om de obsessie tevreden te stemmen, bereik je nooit.

Je moet het dus zoeken in het verdragen van de onrust, het verduren, het uitstaan. Dan treedt na een tijdje echte rust op. Vergelijk het met doorkomen door koud water, maar dan erger. Het besef, dat je het niet moet zoeken in streven naar meer perfectie, maar naar het verdragen van imperfectie, noem ik het omkeermoment. Dat is het begin want dan moet je nog de moed ergens vandaan halen om het aan te gaan. Soms is dat de moed der wanhoop.

We hadden het er al eerder over gehad en hij kwam nu aan met een gedicht wat dat zo wondermooi uitdrukte dat ik het graag wil delen. Ik heb niet echt een groot liefhebber van de dichtkunst, maar dit gedicht vind ik wondermooi, omdat het zo de levenskunst uitdrukt die mensen met dwang zich tegen de keer in moeten maken. Leven in onzekerheid.

Utopia

Het eiland waar alles wordt opgehelderd.

Hier kan men op vaste bewijsgrond staan.

Er zijn geen andere wegen dan de toegangsweg.

De struiken buigen door van alle antwoorden.

Hier groeit de boom van het Juiste Vermoeden

met eeuwig ontwarde takken.

De verblindend simpele boom van het Begrijpen

bij de bron die Ah Dus Zo Zit Het heet.

Hoe dieper het bos in, des te breder het Dal der Vanzelfsprekendheden.

Rijzen er twijfels, dan verjaagt de wind ze.

De Echo neemt ongeroepen het woord

en verheldert graag de geheimen van de werelden.

Rechts de grot waar de Betekenis ligt.

Links het meer van de Diepe Overtuiging.

Van de bodem maakt zich de waarheid los en komt zachtjes omhoog.

Het dal wordt gedomineerd door de Onwankelbare Zekerheid.

Van haar top een vergezicht over het Wezen der Dingen.

Ondanks al deze verlokkingen is het eiland onbewoond,

en de vage voetsporen die je op de kusten ziet

wijzen zonder uitzondering in de richting van de zee.

Alsof men hiervandaan alleen vertrekt

en onherroepelijk in het diepe onderzinkt.

In een leven dat niet te doorgronden is.

Wislawa Szymborska, Uitzicht met zandkorrel (1998)

gepubliceerd op Medisch contact op 12 maart 2021
Categorieën: OCDBlogs

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.