Steeds vaker krijg ik appjes waarin mensen vragen of het goed is dat ze me mailen. ‘Mailen mag altijd’, app ik terug. Vervolgens krijg ik een mail waarin ze hun probleem schetsen en vragen of ze me mogen bellen. ‘Bellen mag altijd’, mail ik terug.
Meestal krijg ik dan een mail terug met de vraag of ik voorkeur heb voor een bepaalde tijd. ‘Nee, maakt niet uit.’ Als het niet uitkomt dan maken we dán een afspraak voor een ander tijdstip’. Vervolgens word ik gebeld. ‘Schikt het om nu te bellen?’, is steevast de beginvraag. ‘Ja hoor’, kan ik meestal zeggen en dan kunnen we eindelijk to the point komen.
Dwangstoornis
Voor mij hoeft het niet, al die voorzichtigheid, maar dat kunnen zij natuurlijk niet weten. Ik overweeg om aan te geven dat ik uitsluitend telefonisch benaderbaar ben voor vragen over de dwangstoornis, maar dat kan een te hoge drempel zijn, terwijl ik juist laagdrempelig bereikbaar wil zijn. Dus neem ik het vragen om toestemming maar voor lief.
Maar het hoeft dus niet.
Ik twitterde er ook over en toen kreeg ik een reactie, dat ik wel voorzichtig moest zijn, omdat te bereikbaar zijn je ook kan opbreken. Dat is een terechte kanttekening. Té is nooit goed. Je moet wel weten te begrenzen. Ik schreef daarover al eens het blog ‘Grenzeloos bereikbaar’.
De kans dat het míj nog zal opbreken lijkt me gering, omdat ik met pensioen ben. Dat betekent niet dat ik niet meer bereikbaar ben, maar ik hoef het niet meer te combineren met een volledige baan.
Pensioen
Ik heb wel het gevoel, dat ons denken erover aan het opschuiven is. Toen ik jaren geleden op Twitter iemand mijn telefoonnummer gaf kreeg ik van collega’s waarschuwingen dat toch niet te doen. Maar mensen blijken er heel zorgvuldig mee om te gaan en er geen misbruik van te maken.
Dat zal ook te maken hebben met de groep patiënten waarop ik me richt, maar los daarvan denk ik dat we minder bang zijn om zichtbaar en bereikbaar te zijn. Er zitten heel wat artsen op twitter bijvoorbeeld. Zelf ben ik er al helemaal aan gewend veelvuldig geappt, gemaild en gebeld te worden en het heeft nog nooit tot problemen geleid. Zolang het nog behapbaar blijft blijf ik het met plezier en vanuit overtuiging doen.
Ach ja. Je bent met pensioen en je wilt wat.[1]
Maar nu niet gaan bellen, omdat het anders zo sneu voor me is, dat ik anders niks te doen heb. En al helemaal niet dat ook nog eens vooraf laten gaan door een appje 😉
[1] Een parafrase op ‘Je bent jong en je wilt wat’. Is die uitdrukking nog wel gangbaar? Ik hoor hem nooit meer.
Ik overweeg om aan te geven dat ik uitsluitend telefonisch benaderbaar ben voor vragen over de dwangstoornis, maar dat kan een te hoge drempel zijn.