Nee, ik heb geen writer’s block. Dat is niet de reden, dat er al even geen blogs meer van me verschijnen. Wat dan wel? Tja, hoe moet ik het noemen. Overspannen is een groot woord en ook te zwaar. Maar ik kan niet ontkennen dat de gebruikelijke overmaat aan energie op dit moment ver te zoeken is.

Ik heb genoeg ideeën, maar ik heb domweg geen puf. Dat verschijnsel is mij tamelijk onbekend. Als ik iets heb bedacht dan moet het worden gerealiseerd en geen puf was daarbij nooit een barrière.

Nou, dat is niet helemaal waar. Er is een lange periode geweest waarin ik vaak extreem vermoeid was. Een naar soort vermoeidheid, anders dan gewoon moe. Ik weet nog hoe blij ik was toen bepaalde titers van antilichamen tegen het epstein-barrvirus verhoogd bleken. Het was dus echt!

Toen ik doorvroeg bleek niemand eigenlijk te weten wat die verhoogde titers precies betekenen. Een soort re-activatie van Pfeiffer werd gezegd. Verdere studie leerde me dat het verband tussen titers van die antilichamen en moeheid heel erg onduidelijk is. Moeheid is sowieso een uitermate ingewikkelde klacht.

Ik had het geluk dat het na verloop van tijd weer bijtrok en daarmee verdween mijn behoefte het naadje van de kous te weten. Wat ik eraan heb overgehouden, is veel begrip voor mensen met chronischevermoeidheidssyndroom en hun behoefte aan somatische verklaring van de klachten. Want pas als iets somatisch te verklaren is, wordt het serieus genomen. Daarover een andere keer meer, als mijn puf weer terug is. Dat zal vast. De afgelopen jaren ben ik zo gedreven bezig geweest, dat het geen wonder is, dat het even minder gaat.

Op zich vind ik overspannen wel een mooi woord. De metafoor van zenuwen als snaren van de hersenviool die je te lang gespannen hebt en waar nu de rek even uit is, vind ik beeldend. Gespannen als een snaar, is ook zo’n mooi beeld. Overspannen vind ik veel mooier dan burn-out. Dat woord is zo grof en het klinkt zo definitief. Opgebrand is weinig hoopgevend voor de toekomst. Vroeger werd er ook nog wel gesproken over surmenage. Dat klinkt haast chique.

Begrijp me goed. Ik wil de klachten van een overspanning in zijn algemeenheid zeker niet bagatelliseren of romantiseren, maar bij mij is het niet zo erg. Behalve dat er dus ongekend weinig uit mijn handen komt. Laatst kreeg ik op mijn mobiel een schermpje dat ik opnieuw moest inloggen omdat ik 24 uur niet actief was geweest. Dat had ik nog nooit gezien. Ik kom vooral moeilijk tot alles wat digitaal is. Ik twitter ook amper.

Administratie van mijn werk was al nooit favoriet, maar nu kan ik me er helemaal niet toe zetten. E-mails beantwoorden kost ook meer moeite dan anders. De keerzijde is, dat ik eindelijk weer eens aan het tuinieren ben. Dat is ook een passie van me, die de afgelopen jaren door alle internetactiviteiten was verdrongen. Dat tuinieren mag wel blijven, maar ik hoop wel, dat het schrijven snel weer terugkeert.

Op zich vind ik deze moeheid, die me dwingt om het wat rustiger aan te doen, dus geen drama, ervan uitgaande dat het wel weer zal bijtrekken. Eén ding vind ik er lastig aan. Het besef, dat het beperkt is wat je in een leven kunt doen. Ik ben bijna 63 en nu ik noodgedwongen minder actief ben dringt dat nog meer tot me door. Het gevoel: dit was het wel ongeveer. Driekwart van mijn leven zit er immers wel op en van de laatste tien jaar moet je het niet hebben.

Gelukkig begint er al een plan te dagen om een boek te schrijven over tuinieren. Dat is al een heel oud plan. En ik heb nu eindelijk dit blog over moe zijn geschreven. Dus er komt weer wat beweging in. Te lang stilstaan zal nooit mijn hobby worden. Leven in het hier en nu, vind ik niks. Toegegeven: altijd streven naar het daar en straks is ook niet goed. Leven vanuit het hier en nu lijkt me een goed compromis.

gepubliceerd op Medisch contact 18 mei 2018

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.