Jaarlijks plegen wereldwijd één miljoen mensen suïcide, en vaak hangt dit samen met een psychische aandoening. Voor dat laatste, die psychische aandoening, is nog altijd weinig begrip. Een congres moet dat nu verbeteren. Prima.
De bijeenkomst wordt georganiseerd door minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn en geopend door premier Rutte. Die staan weliswaar niet bekend als voorvechters van de geestelijke gezondheidszorg, maar soit.

Hetzelfde schuitje

Wel heb ik moeite met het motto ‘iedereen heeft wel wat’. Dat lokt makkelijk uit tot de reactie ‘dus je moet niet zeuren’.
Erger vind ik de suggestie dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Dat klinkt sympathiek, maar is niet waar. Het verdoezelt het feit dat sommige mensen van het gemiddelde afwijken. En dan bedoel ik niet abnormaal goed pianospelen. Dat is namelijk geen probleem. (Nou ja, misschien voor de buren).

Nee, ik heb het over het anders zijn wat wel leidt tot een verstoring van het functioneren en/of welbevinden. Een psychische stoornis, iets wat roet in het eten gooit. Wat dat betreft zitten we echt niet allemaal in hetzelfde schuitje. Er is weliswaar een geleidelijke overgang tussen psychische problemen in normale en in afwijkende mate, maar dat betekent niet dat er geen forse verschillen zijn. Dat ontkennen is in feite erg stigmatiserend. Het is goedbedoeld te zeggen, dat we allemaal wel wat hebben. Maar het verraadt dat we kennelijk psychische afwijkend functioneren moeten ontkennen om mensen te kunnen respecteren. Psychisch ziek zijn mag er dan nog steeds niet zijn. Dat doen we niet met lichamelijke ziekten. We zeggen toch ook niet: ‘iedereen heeft wel wat’ om het taboe op kanker te doorbreken?

Het P-woord

Psychische aandoeningen worden vaak als een schandvlek gezien. Dat lossen we niet op door de aandoening weg te poetsen in plaats van de schandvlek. En het gebeurt veel, dat wegpoetsen. Ook onder mensen die zelf door een psychische aandoening getroffen zijn.
We gaan al krampachtig om met hoe hen te noemen. Patiënt, nee dat is te neerbuigend. Waarom? Een patiënt is iemand die lijdt. Lijden zou geen schande moeten zijn.
Hoe we het probleem moeten noemen, is ook al lastig. Een ziekte, nee dat is oordelend. Waarom? Ziek zijn zou geen schande moeten zijn. Een stoornis, een handicap, een beperking?

Allemaal woorden die een negatieve klank hebben. Nee, dat zijn geen leuke woorden, maar psychisch ziek zijn, is ook niet leuk. Wél houden deze woorden een erkenning in van het verstoorde leven, van het blok aan het been, van lijden, van minder kansen. Dat zou geen schande moeten zijn. Maar we draaien om de hete brei heen.

Mensen met een verstandelijke beperking worden wel mensen met mogelijkheden genoemd. Ja, maar die mogelijkheden zijn het probleem toch niet? Het probleem is dat ze minder mogelijkheden hebben dan gemiddeld.
‘Ooit een normaal mens ontmoet? En beviel het?’ is ook zo’n uitspraak. Ik ontmoet voortdurend normale mensen. Met normaal bedoel ik gewoon, niet perse beter of leuker dan ongewoon of afwijkend. Afwijken van de norm zou geen schande moeten zijn.

Een werkelijke destigmatisering is niet de psychische aandoening wegpoetsen, maar deze niet als een schandvlek, maar als een last te zien. Dat er een last is, is niet leuk maar wel waar. Maar vasthouden aan iets dat niet waar is, is op den duur ook niet leuk.
Als je moeilijk loopt door een handicap dan heb je meer moeite om een bepaalde afstand af te leggen. Zo zou je een psychische aandoening ook kunnen zien. Als een handicap. Je moet veel beter je best doen voor hetzelfde resultaat.

Kijk naar de mogelijkheden

Recent sprak ik een jonge vrouw, leuke verschijning, heel intelligent, goede opleiding, opgegroeid in een warm gezin. Qua omgeving had ze alles mee, maar qua ‘ingeving’ (wat ze innerlijk aantrof ) had ze het minder getroffen. Van jongs af aan leed ze aan heftige angsten en depressies. Ze is al onder behandeling sinds haar tiende. Geen baan, geen partner, geen kinderen, want dat wordt onmogelijk gemaakt door de last die ze met zich mee moest zeulen. Wanhopig verdrietig was ze. En, zei ze: „Het ergste vind ik dat mensen denken ‘daar heb je haar weer’. Mensen worden het zat. Maar ik ben het zelf zo oneindig veel meer zat. Ik wil niet dood, maar zo leven wil ik ook niet.”

Zij is er niet mee geholpen dat iedereen wel wat heeft. Zeggen, dat het best wel goed komt. Dat mensen het heus niet zat worden. Of dat ze moet kijken naar de mogelijkheden in plaats van de moeilijkheden. Ik zou haar ernstig tekort doen als ik haar lijden zou ontkennen. Ik help haar wel met respect voor haar dagelijkse strijd en de moed erin houden. Dat laatste soms haast tegen beter weten in. Ik hoef haar lijden, haar ziekte, haar stoornis, haar handicap, haar abnormaal zijn, haar beperkingen of hoe je het ook maar wilt noemen niet te ontkennen om haar te respecteren.

Erkennen van de duisternis

Begrijp me goed. Ik sta er helemaal achter om zoveel mogelijk de lichtpunten te zien, maar niet ten koste van het erkennen van de duisternis. Herstelvisie, rehabilitatie, re-integratie, empowerment. Allemaal prima, maar het risico is wel dat gezond zijn weer de norm wordt en dit het taboe op disfunctioneren vergroot. Ben je al patiënt, kun je daarin ook nog weer mislukken omdat je er niks van maakt.

Ik wil niet ontkennen dat soms verschijnselen waarin iemand anders is, pas tot een probleem worden doordat de maatschappij er afwijzend op reageert, bijvoorbeeld andere interesses hebben dan de meeste mensen. Maar dat neemt niet weg dat bepaalde verschijnselen ook vanuit zichzelf problemen meebrengen bijvoorbeeld overmatig angstig zijn. Dat ontkennen is in wezen ook stigmatiserend. Alsof problemen die van binnenuit komen, niet acceptabel zijn.
Iemand hoeft voor mij niet probleemloos te functioneren om er respect voor te kunnen hebben. Ik heb diverse patiënten die elke dag weer ontzettend veel moeite moeten opbrengen alleen maar om overeind te blijven. Ik heb daar respect voor. Ik weet niet of ik het ze na zou doen.

Iedereen heeft wel wat, maar niet iedereen heeft een stoornis. Voor échte destigmatisatie is nodig te beseffen dat het genade is in plaats van prestatie, als je zelf niet door een psychische aandoening getroffen bent. Niet iedereen heeft dat geluk.

Verkorte versie gepubliceerd in NRC op 14 juni 2014.

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.

4 Reacties
oudste
nieuwste
Inline Feedbacks
View all comments

Een kind hebben met en een fysieke en een psychiatrische ziekte. Ach boeiuh, iedereen heeft wel eens wat.

Ik word er zo verdrietig van. Onze zoon wordt door de mensen die hem kennen niet voor vol aangezien. Immers hij was depressief, autistisch en ziek. Nee dan tel je eigenlijk niet mee.

Beste Gekwetste moeder,

Dat is ook heel verdrietig! Bovenop de grote moeilijkheden waar je zomaar ineens mee moet leren omgaan, krijg je óók nog te maken met verwachtingen van anderen vanuit onder- of juist overschatting. Daarin een weg vinden, is zeker niet gemakkelijk en velen zullen dat zeker ook herkennen.

Veel sterkte toegewenst!

Beste Menno Oosterhoff, Mijn naam is Lisanne en ik ben 18 jaar. Ik ben al een tijdje opzoek op internet naar iets waar ik mensen zoals mijzelf kan ontmoeten. Tijdens het zoeken kwam ik uw stuk “Iedereen heeft wel wat, maar de één heeft meer wat dan de ander” tegen op dwang.eu. Ik heb zelf ADHD, HPS en hoogbegaafdheid. Door die dingen voel ik me vaak alleen en onbegrepen en ik zou daarom heel graag mensen die hetzelfde als ik hebben willen onmoeten. Kent u toevallig een site of een organisatie die dat mogelijk kan maken? Heel erg bedankt voor… Lees verder »

Door een misverstand pas nu een reactie. Voor ADHD kun je het beste informeren bij het ADHDnetwerk of bij Impuls. Voor hooggevoeligheid ( Ik denk dat je HSP bedoelde? je schrijft HPS, maar dat kan ik niet meteen plaatsen) http://www.hooggevoelig.nl/drupal6/wat-betekent-hooggevoelig en voor hoogbegaafdheid de mensa http://www.mensa.nl/hoogbegaafdheid