Ouders van een kind met een psychische aandoening worden er vaak op aangekeken als hun kind zich onaangepast gedraagt. De ander weet niet wat er allemaal speelt en gaat alleen af op wat hij ziet.
Oordelen op basis van wat we zien zonder rekening te houden met wat we wellicht niet zien (weten) is een veel voorkomende denkfout. De Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman bedacht er een afkorting voor: wysiati, what you see is all there is.

Deze denkfout verklaart ook de moeite om begrip te hebben voor psychische aandoeningen. ‘Ik zie anders niks aan je’, krijgen mensen vaak te horen.1 Anders dan bij een gebroken been is er niks te zien. Er ‘verschijnt’ niks. Bij suikerziekte ‘verschijnt’ de oorzaak ook niet direct, maar die is wel zichtbaar te máken. Bij psychische aandoeningen nog niet. Ik zeg ‘nóg’, want psychische verschijnselen gaan samen met hersenprocessen. Zonder zenuwen geen ziel. We komen steeds meer te weten over afwijkende hersenprocessen bij afwijkende belevingen. Psychiatrie is eigenlijk neurologie van aandoeningen waarbij de oorzaak nog niet zichtbaar is.

De somatische symptoomstoornis is een psychische aandoening waarbij de klachten zich afspelen op het lichamelijk terrein.2 Die komt er qua begrip helemaal bekaaid af. Dat we bij een psychische klacht (nog) niets vinden, kunnen we nog net aan verdragen. Maar een lichamelijke klacht zonder dat je iets ziet??? Daar wil ons brein niet aan. Wysiati. Ik zie niks, dus er is niks. Dan moet het aanstellerij zijn. Begrijp me goed. Ik beschrijf hoe ons denken gaat, niet hoe het zou moeten gaan. Ik wil het beslist niet vergoelijken. Integendeel. Ik wil er juist voor waarschuwen.

Onlangs sprak ik een jonge vrouw met zulke ernstige pijnklachten dat het leven voor haar onleefbaar is. Ze heeft de schijn echter enorm tegen: er is geen oorzaak zichtbaar te maken. Als ze voor de zoveelste keer na een onderzoek te horen krijgt: ‘Goed nieuws, we hebben geen afwijkingen gevonden’ denkt zij: ‘slecht nieuws; hadden ze maar wel iets gevonden’.

Ik heb een heilig respect voor de realiteit van gevoel, los van de vraag waar dat gevoel zijn oorsprong heeft, in het brein en de beleving of in de rest van het lichaam, ook als er geen oorzaak is gevonden.

Maar het stomme is dat me dat makkelijker afgaat bij een depressie of een dwangstoornis dan bij pijn of andere lichamelijke klachten. Toch een soort ongeloof. Ik zie een op het oog kerngezonde vrouw die mij vertelt dat ze doodziek is.

Mijn vooroordelenbrein kan dat niet rijmen en wil het kloppend maken. Van tweeën één. Óf een zichtbare oorzaak en dus pijn, óf geen zichtbare oorzaak maar dan ook geen pijn. Zo gaat het denken in eerste instantie, ook bij mij, ook al ben ik een professional en zou ik beter moeten weten. Nogmaals: ik beschrijf hoe het gaat, niet hoe het zou moeten gaan. Daarvoor moet je nadenken. Dat kost moeite en is vaak niet zo sterk als de vooroordelen.

Ik neem die moeite. Het is tenslotte mijn vak. Ik hou me voor hoe sterk wysiati me parten speelt. Op die manier lukt het om over deze vrouw te denken met het begrip dat iemand met ernstige pijnklachten verdient, ook al kunnen we de oorzaak nog niet duidelijk maken. Ik besef ook hoe eenzaam het moet zijn te lijden aan dergelijke pijn. Je merkt natuurlijk, dat mensen moeite hebben je te geloven of zelfs dat ze je niet geloven. Je gaat zelfs aan jezelf twijfelen. Pijn hebben is erg. Onbegrepen pijn hebben is dubbelerg. Vandaar dat deze patiënte dacht: ’Hadden ze maar wel iets gevonden.’3

Voetnoten

1. Ook de titel van mijn boek hierover.

2. Ook Somatisch onbegrepen lichamelijke klachten (SOLK) genoemd, recent gewijzigd in aanhoudende lichamelijke klachten (ALK).

3. Dit blog is met instemming van haar gepubliceerd.

gepubliceerd op Medisch contact op 15 juli 2022
Categorieën: StigmaBlogs

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.