Dit blog is ook te beluisteren op Spotify
Een verzuchting die ik nog weleens te horen krijg van sombere patiënten. Vaak gevolgd door: ‘Het is allemaal zo zinloos.’ Het zou dan onjuist zijn in te gaan op de zin van het leven, want daar gaat het niet om. Er zijn genoeg dingen zonder evident nut, die we maar wat graag doen. Voetbal kijken, seks zonder het doel je voort te planten of andere hobby’s. Als je er al te lang over nadenkt wordt de lijst eindeloos.
Een patiënt van mij zei dat ze haar werk zinloos vond. Ik was het daar niet mee eens en vroeg haar wat ze dan wel zinvol werk vond. ‘Nou, het werk dat jij doet.. ‘Tja’, zei ik, ‘is mensen helpen met de moeite die ze hebben dat ze zinloos werk doen wel zinvol?’
Nee, er is een groot verschil tussen zin in en zin van. Zo heb ik opeens aardigheid in het schoonkrabben van de voegen tussen de klinkers op het paadje naar de voordeur.
Een bezigheid, die ik altijd volstrekt zinloos vond en nog vind, want als je het niet doet gebeurt er ook niks. Maar ik vind het opeens leuk. Verslavend bijna.
Of je iets zin vindt hebben hangt af van het kader en van je wereldbeeld. Als je erover na gaat denken dan is het nog niet zo eenvoudig. Maar onduidelijkheid erover verhindert ons niet ten volle te leven. Hoe anders is dat bij gebrek aan ‘zin in’. Dat kan een ernstig probleem zijn, zoals bij een depressie. We noemen dat anhedonie. Hedonisme is het streven naar genot, afgeleid van de hedonisten, die zeiden: laten we eten en drinken en vrolijk zijn want morgen sterven we. Maar bij de depressie lukt dat genieten niet. Het leven heeft zijn kleur verloren. In het ergste geval is er zelfs sprake van gevoelsanesthesie, een vreselijk kwellend gevoel dat je nergens meer iets aan beleeft, zelfs niet aan je geliefden. ‘Ik voel niks meer’, zeggen mensen dan vertwijfeld. Maar ze voelen nog wel een kwellend gemis.
Ergens aardigheid aan beleven is essentieel om het leven te kunnen waarderen. Daarvoor hebben we niet per se zingeving nodig. Kleine kinderen houden zich nog helemaal niet bezig met de zin van het bestaan, maar dat belet hen niet gretig de wereld te ontdekken. Ze blijven niet gewoon in hun wiegje liggen, want de wereld is zo aanlokkelijk, dat het wel een ‘love affair with the world’ wordt genoemd.
Dat is in mindere mate ook voor volwassenen de gezonde toestand. Dat de wereld ons steeds verlokt om dingen te doen omdat we er plezier aan beleven. Meestal direct, maar we kunnen ook plezier beleven aan dingen die we niet direct aangenaam vinden maar toch bevredigend, omdat we ze op langere termijn nuttig vinden. Wat ons drijft, in beweging zet, een beweegreden (motief) geeft is het als aangenaam of zinvol beleven en niet abstract filosofisch de zin ervan inzien. Dat gebrek aan beweegreden wordt ‘Mangel an Antrieb’ genoemd, volgens mij een kernsymptoom van de depressie.
Depressie kan een vreselijke ziekte zijn, die mensen tot zelfmoord drijft. Een afdaling in de hel. Gelukkig is het niet altijd zo heftig, gaan depressies meestal weer over en zijn ze vaak goed te behandelen. Dan zie je de zon weer schijnen, ook al weet je nog steeds niet wat de zin van het bestaan is.