Je hoeft geen somberaar te zijn om in te zien dat de ggz er niet rooskleurig bijstaat. Bijna dagelijks zijn er berichten over wachtlijsten, verloop van personeel en financiële problemen. Alsof dat nog niet genoeg is, komt er per 1 januari 2020 tegen het advies van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) een nieuwe wet verplichte ggz.
Vijf jaar geleden werd ook tegen het advies van deskundigen een wet ingevoerd: de jeugdwet. We weten inmiddels allemaal dat de waarschuwingen van deskundigen daartegen geen bangmakerij waren maar een reële inschatting van de desastreuse gevolgen. Zelfs minister Hugo de Jonge heeft onlangs moeten toegeven dat het niet goed gaat.
Onbegrijpelijk vind ik dat ongeveer in diezelfde week staatssecretaris Paul Blokhuis een dringend appel van de NVvP om invoering van de wet uit te stellen naast zich neerlegt. Blokhuis lijkt mij een aardige, integere man. Wat is dat toch, dat politici zo’n wet dan toch willen doorzetten? Het politieke krachtenveld? Dan moeten we ons meer laten horen; wellicht brengt dat verandering teweeg.
De oorspronkelijke bedoeling van de wet was nobel. Niet de gedwongen opname stond centraal, maar hulp verlenen aan mensen die daar door hun aandoening minder voor open staan. Maar na jaren overleg is de wet steeds complexer geworden en steeds meer van deze oorspronkelijke doelstelling af komen te staan. In de Volkskrant wijzen drie psychiaters, waaronder de voorzitter van de NVvP, erop dat ten onrechte de verwachting bestaat dat deze wet het probleem van verwarde personen zal oplossen. In een ander artikel wijst dezelfde voorzitter erop dat de wet een veelkoppig bureaucratisch monster is geworden. Alleen al aan psychiateruren is er 130 fte extra nodig. 130 fte, terwijl er 600 vacatures zijn! En dan heb ik het nog niet over de hoeveelheid tijd en geld die het gemeentes gaat kosten en rechters. Elke gemeente moet een loket openen waarbij iedereen (!) mensen kan aangeven, waarvan ze denken dat deze psychische hulp behoeft.
De NVvP roept al lange tijd dat de wet niet in deze vorm moet worden aangenomen. Maar dat heeft niet mogen baten; per 1 januari wordt hij van kracht. Ik durf er gif op in te nemen dat dan lang niet elke gemeente en elke instelling de zaken al op orde heeft. Dus in het begin wordt het helemaal chaotisch.
In het financieele dagblad laat hoogleraar bestuur van de gezondheidszorg Pauline Meurs weten dat de wet een procedureel mijnenveld is. Zij betoogt hetzelfde als de NVvP: de bedoeling was mooi, maar wat er nu ligt, zal niet leiden tot betere zorg. Aan het eind van haar betoog doet ze een oproep: ‘Laten patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, rechtbanken en gemeenten de handen ineen slaan en de komende maanden de praktijk nauwlettend volgen, om daarna een verbeterde wet te kunnen opeisen.’
Zo lang wil ik niet wachten. De ggz kan er niet nog een slechte wet bij hebben. Dat gaat ten koste van de zorg voor mensen. Met de jeugdwet heeft het vijf jaar geduurd voordat men enigszins tot inkeer kwam. Laten we ervoor zorgen dat dat met deze wet sneller gaat. Omdat wij geen tractoren hebben om het Malieveld om te ploegen
waarin nu al wordt opgeroepen om deze wet te herzien. Als je het eerst nog even wilt aanzien, teken je later, wanneer de nare gevolgen van deze wet duidelijk worden. Want dat gaat helaas echt gebeuren.