Mijn eerdere blog ‘Mentaal terminaal’, over Mirjam en haar op handen zijnde euthanasie, eindigde met haar drie laatste wensen. De tijd was te krap geworden om alles nog te realiseren, dus het bergbeekje en de ijsbeer hebben we moeten laten vallen. Maar verreweg haar grootste wens was Ireen Wüst, eigenlijk ook een soort ijsbeer, te ontmoeten. Het is gelukt contact te leggen en de ontmoeting heeft afgelopen maandag plaatsgevonden.
Dat Mirjam Ireen persoonlijk kon ontmoeten heeft enorm veel voor haar betekend. ‘Waanzinnig supertof’, in haar eigen woorden. Ireen is al vijftien jaar haar grote idool. Het was hartverwarmend, zo persoonlijk en betrokken Ireen was en alle tijd nam. ‘Ireen, enorm bedankt!’
Nu de dag van haar euthanasie zo dichtbij komt neemt de moeite die ik ermee heb ook toe. Eerst wilde ik schrijven: ‘twijfel’, maar dat is het niet. Mirjam is er zelf rustig over, en blij dat ze nu eindelijk toestemming heeft om euthanasie te krijgen. Hoe erg lijd je, als je blij bent dat je dood mag. Maar dat ze met haar leven moet betalen om haar lijden te beëindigen blijft moeilijk te verteren. Ik was niet eerder zo nauw betrokken bij een euthanasie en zeker niet van zo’n jong iemand. Ik moest denken aan een oud gedicht van Willem Kloos: Ik ween om bloemen in de knop gebroken.
Dat ik geen twijfel heb klopt niet helemáál. Ik heb geen twijfel meer vanuit het aardse perspectief. Vanuit dat standpunt sta ik er volledig achter dat we mensen op hun verzoek uit ondraaglijk en uitzichtloos lijden verlossen, ook als het psychische aandoeningen betreft. Nee, mijn twijfel ligt op het spirituele vlak.
Ooit deed ik een boeddhistische meditatiecursus. Toen we theedronken kwam er een vlieg in de hete thee terecht. Het diertje kon daarna niet meer vliegen, maar toen ik het uit zijn lijden wilde verlossen werd ik tegengehouden. Ik kon immers niet weten of de geest van het dier niet zou incarneren in een nog veel erger lot. Dat kon ik inderdaad niet weten, maar toch voelde het niet goed het dier te laten lijden. Wat is het goede om te doen bij zoveel onzekerheid? Ik vind enig houvast bij ‘Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd’ (Rom. 14:5), maar dat ‘ten volle’ haalt het weer een beetje onderuit. Ik weet niet of er een spirituele werkelijkheid is na de dood, dus laat staan dat ik weet wat het betekent euthanasie te krijgen of te geven. In onze cultuur, en zeker in het strenggelovige milieu waarin ik opgroeide, werd een eind aan je leven maken als verkeerd gezien. Het opzijschuiven van die normen waarmee je bent opgegroeid is beangstigend. Maar ware moraliteit komt niet voort uit angst, maar is enthousiasme voor het goede. Beter enthousiast dingen doen die later fout blijken dan uit angst dingen doen of laten, ook al blijken die later toch juist.
Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe behandeling om lijden te verlichten faalde. Toen duidelijk werd dat alleen de dood een eind aan haar lijden kon maken heeft Mirjam die stap willen en durven zetten. Ik heb lang gedacht dat je iemand daarin niet zou moeten steunen. Dat je iemand hierin aan zijn existentiële eenzaamheid zou moeten overlaten. Daarin ben ik van mening veranderd. Ik vind het liefdevol dat we in Nederland mensen níet alleen aan dat lot overlaten. Dat ik betrokken mag zijn bij Mirjam en haar euthanasie zie ik als een voorrecht, hoe aangrijpend het ook is. Dat aan het eind van de nachtmerrie die haar leven is geweest nog een droom uitkwam, was ontroerend mooi. Ireen Wüst verloor in 2019 haar hartsvriendin Paulien van Deutekom. Toen Ireen en Mirjam afscheid van elkaar namen zei Ireen: ‘Als je Paulien ziet, doe haar de groeten.’ ‘Dat zal ik doen’, zei Mirjam.
Mirjam heeft dit blog gelezen en vindt het fijn dat er aandacht is voor euthanasie bij ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden.
Eind deze week verschijnt een artikel over haar in Trouw.
De wachttijd bij het Expertisecentrum Euthanasie voor mensen met een psychische aandoening is onaanvaardbaar lang, meer dan een jaar. Ze zoeken dringend psychiaters, die een dag of meer willen helpen.