Ze was net 31. Ik sprak haar drie dagen voor haar euthanasie. In het debat over euthanasie bij psychische aandoeningen wil ik graag een stem geven aan de mensen om wie het gaat. Want wie weet nu beter wat je ertoe brengt om om euthanasie te vragen, terwijl je nog jaren te leven hebt…
Zij had eerder psychische problemen gehad, maar sinds haar 19de had ze een stabiele relatie en ging het goed. Zó goed dat ze het samen aandurfden een gezin te stichten. Haar zoontje was zes jaar geleden geboren. Enkele weken daarna kreeg ze een ernstige depressie die haar verdere leven heeft verwoest. Ze is talloze malen opgenomen geweest, heeft alle mogelijke behandelingen gehad, waaronder alle soorten medicatie, meer dan 200 keer elektroshocks en ook nog ketamine, een experimentele behandeling. Soms klaarde haar depressie even op, maar nooit voor lang. Haar leven van de afgelopen jaren beschrijft ze als een hel. Elke dag is een vreselijke opgave om door te komen. Twee jaar geleden is ze gaan denken over euthanasie. Ze heeft er nog een jaar over gedaan voordat ze zich aanmeldde bij de levenseindekliniek. Ze wilde dat niet doen als ze suïcidaal was, maar in een periode waarin ze wat rustiger was. Ze wilde zeker weten dat het geen impulsieve daad was. Het traject duurde een jaar. Ze heeft een paar keer gebeld of ze al aan de beurt was, omdat ze het niet meer kon volhouden. Ze kan zich bijna nergens meer toe zetten en de nachten heeft ze hevige nachtmerries. Elke dag is een onmogelijke opgave. Er is niets waaraan ze enig plezier beleeft. Ze houdt van haar zoontje, maar ze kan er niks meer bij voelen. Vroeger was ze heel anders, maar daar is niks meer van over. Met haar man heeft ze een goede relatie. Hij heeft het moeilijk met haar naderende afscheid, maar begrijpt haar.

Ze is niet bang voor de dood, integendeel. Ze is alleen maar bang dat er nog iets tussen komt. Als ze kon kiezen dan zou ze het liefst geen dag meer willen wachten. Het enige moment in het gesprek waarop ze iets van positieve emotie laat zien, is als we het over de aanstaande euthanasie hebben. Ik zie geen spoor van twijfel. Ze verlangt alleen maar naar een einde aan haar lijden. Het is aan haar te zien hoe slopend de ziekte is. Ondanks torenhoge doseringen medicatie is ze onrustig en daarnaast in emotioneel opzicht volkomen uitgeput. Er is niks meer van opstandigheid dat dit haar moet overkomen. Ze heeft alle hoop laten varen, maar die uitdrukking doet haar geen recht. ‘Ze heeft alle hoop laten varen’ suggereert een keuze. Die heeft ze helemaal niet. Alle hoop is haar ontvallen. Zij kan zich schuldig voelen, dat ze niet genoeg haar best gedaan heeft, maar ze zou niet weten wat ze nog had kunnen doen. Ze hoopt dat mensen begrijpen dat ook een psychische aandoening een ziekte kan zijn.
Bij het weggaan wens ik haar rust toe. Het gaat me aan het hart dat we daarin niks anders meer te bieden hebben dan de dood. Maar het gaat ook tegen mijn meeleven met haar in, als ik dat niet zou erkennen. Het is ingewikkeld, maar dat moet het ook blijven. Luisteren naar de mensen om wie het gaat, helpt. Zijzelf had geen enkele twijfel. De dood is erg, maar haar leven is erger.

Dit blog is nog door de betreffende patiënte en haar partner gelezen en publicatie is met hun instemming. Daar ben ik hen dankbaar voor.

gepubliceerd op medisch contact op 28 februari 2020

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.