Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud

De huidige praktijk van euthanasie bij psychische problematiek kan om meerdere reden op verzet stuiten. Ik zet ze even gortdroog op een rijtje. Bij zulke emotionele onderwerpen kan dat helpen. Vind ik.

1. Omdat het als zondig wordt gezien. Wie vindt dat het sowieso niet aan de mens is een ander mens uit zijn lijden te verlossen door euthanasie zal de huidige praktijk niet goedkeuren. Wonderlijk dat sommigen die deze mening hebben wel voor de doodstraf zijn, maar geloof is wel vaker niet logisch. Als kind snapte ik al niet hoe allerlei verhalen uit de bijbel te verenigen waren met de tien geboden. Ik noem als voorbeeld dat het een goed teken was van rotsvast geloof dat Abraham bereid was zijn enige zoon Isaac te offeren.

2. Omdat men het niet eens is met de wet. In de memorie van toelichting staat bijvoorbeeld dat niet alles geprobeerd hoeft te zijn, maar dat arts en patiënt samen beslissen of er een redelijk alternatief is. Sommige mensen vinden dat wel alles geprobeerd moet zijn en dat je niet mee moet gaan in het euthanasieverzoek als een patiënt een bepaalde behandeling niet meer wil. Dat mogen ze vinden, maar dan moeten ze bij de wetgever zijn. De wetgever legt deze beslissing in de handen van de patiënt en de arts die het verzoek beoordeelt. Natuurlijk kan dood willen een onderdeel zijn van psychische problematiek en kun je daarom niet zonder meer op de patiënt afgaan. Het druist tegen mijn behandelaarshart in om onder ogen te zien dat een doodswens misschien wel reëel is. Maar het druist tegen mijn begrip en respect voor de patiënt in daaraan te lang vast te houden. Wanneer wordt het te lang? Ik denk dat elke behandelaar dit dilemma bij een euthanasieverzoek zal ervaren. Ik vraag me af of je hierin een keuze kunt maken als je de betrokkene niet persoonlijk kent.

3. Omdat men vindt dat de toetsingscommissies niet streng toezien op de naleving van de wet. Als je dat vindt dan moet je je daarop richten en niet op de mensen die euthanasie verlenen.

4. Omdat men bang is dat er te snel wordt geoordeeld dat het uitzichtloos is. Technisch noemen we dat een foutpositief oordeel. Omdat mensen die euthanasie krijgen niet verder leven, is nooit te onderzoeken hoeveel van hen alsnog zouden opknappen. Hoe meer je euthanasie toepast, hoe groter de kans op foutpositieven. Maar hoe terughoudender je bent met euthanasie, hoe groter de kans op foutnegatieven. Foutnegatief is als je ten onrechte denkt dat het lijden niet ondraaglijk of uitzichtloos is en dat er nog alternatieven zijn. En dat je dus iemand geen euthanasie verleent met alle gevolgen van dien, waaronder de kans op suïcide. Is de kans op foutpositieven erger dan de kans op vals negatieven?

Mijn oudere broer was vroeger een treiterkop (sorry Wim). Die vroeg me bijvoorbeeld: ‘Wat wil je liever zijn? Doof of blind?’ Onmogelijke keus, maar hij bleef aandringen. Ik moest kiezen. Bij een euthanasieverzoek moet je ook een keuze maken. Een beetje euthanasie verlenen bestaat niet. Het mooiste is natuurlijk als je zeker weet dat je altijd goed zit en nooit foutpositief of foutnegatief oordeelt. Maar die zekerheid heb je nooit. Je kunt het alleen elke keer zo goed mogelijk proberen te beoordelen. Dat lijkt me niet eenvoudig. Toch zijn er artsen die die onzekerheid niet uit de weg gaan, die bereid zijn hun handen ‘vuil’ te maken in de praktijk. We mogen best kritisch naar hen kijken, maar wel in het besef dat oordelen vanuit de theorie makkelijker is dan wanneer je werkelijk een beslissing moet nemen over een patiënt tegenover je. De arts die moet beslissen, doet dat wel in samenspraak met die patiënt. Dat maakt de beslissing misschien weer makkelijker.

VOETNOOT
Ik heb begrepen dat de Levenseindekliniek onderzoekt hoe het mensen vergaat bij wie het euthanasieverzoek is afgewezen. Ook dat zal ons geen definitieve antwoorden geven op wat de beste beslissing is, maar het kan wel helpen.
Gepubliceerd op Medisch Contact op 24 januari 2018.

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.