Als iemand met een psychische aandoening verzoekt om euthanasie, dan staat hem een lang traject te wachten waarin meerdere mensen, onder wie minimaal twee psychiaters, hun oordeel moeten geven of er aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan en of er een medische grondslag is.

In schril contrast daarmee staat de handelwijze van Wim van Dijk, zoals hij bekendmaakte in de Volkskrant.
De afgelopen twee jaar heeft hij meer dan honderd mensen middel X verstrekt, het door de Coöperatie Laatste Wil (CLW) bekendgemaakte middel om zelf een eind aan je leven te kunnen maken.

Wim van Dijk vindt maar één van de zorgvuldigheidseisen terecht, namelijk dat het een weloverwogen en vrijwillig besluit moet zijn.
Als iemand om het middel vroeg, was dat het enige criterium. Kennelijk was dat bijna altijd het geval want hij heeft maar twee keer geweigerd.
Een medische grondslag is wat hem betreft niet nodig. Over de kans dat iemand het middel neemt terwijl er sprake is van een behandelbare aandoening wordt weinig gezegd in het interview. Hij zegt alleen dat er volgens hem geen mensen bij zaten met een psychiatrische voorgeschiedenis.

Het schrille contrast tussen de werkwijze van Van Dijk en de huidige euthanasiepraktijk is een manifestatie van twee heel verschillende visies op euthanasie en hulp bij zelfdoding, namelijk barmhartigheid en zelfbeschikking. Barmhartigheid is dat je een mens niet aan een lot van vreselijk lijden van een ziekte wilt overlaten als er niks meer en niks anders aan te doen is. Om te beoordelen of dat zo is, is een arts nodig.
Zelfbeschikking is dat iemand zelf mag beoordelen of hij wil verder leven. Voorstanders van dit laatste draaien er een beetje omheen hoe te voorkomen dat mensen met een behandelbare psychische aandoening niet weloverwogen tot gebruik van dit dodelijke middel overgaan. We weten immers dat beschikbaarheid van een middel de kans daarop vergroot.

Barmhartigheid en zelfbeschikking kunnen niet naast elkaar bestaan. Het zou natuurlijk buitengewoon wrang zijn als het hebben van een psychische aandoening, die al zoveel lijden met zich meebrengt, zou maken dat je niet zelf mag beschikken en van barmhartigheid afhankelijk wordt, terwijl mensen zonder aandoening het zelf mogen weten.

Duidelijk is dat bij zelfbeschikking een arts niks te zoeken heeft. Iemand beschikt immers zelf. Nou, nee. Dat toch ook niet helemaal. Net als het wetsvoorstel voltooid leven stelt Van Dijk voor dat een levenseindebegeleider het beoordeelt. In het wetsvoorstel voltooid leven is zelfs sprake van een tweede onafhankelijke levenseindebegeleider, als een van de negen (!) zorgvuldigheidseisen.

Eerder schreef ik in De wet voltooid leven is onuitvoerbaar: Twee routes, een moeilijke met als vereiste ondraaglijk en uitzichtloos lijden met een medische grondslag, vastgesteld door een arts. En een makkelijke met als vereiste dat andere hulp niet gewenst is, vastgesteld door een levenseindebegeleider. Dat gaat niet samen.

Ik vind dat de huidige zorgvuldige euthanasiepraktijk niet in gevaar gebracht moet worden. Vooralsnog blijf ik dat vinden, maar soms vraag ik me af of de realiteit ons niet rechts zal inhalen, omdat veel mensen toch zelf willen kunnen beschikken. Zou Van Dijk de enige zijn? En de laatste? Eén ding snap ik niet. Hoe dit in het buitenland gaat. Dat mensen graag onafhankelijk willen zijn van een arts (of een levenseindebegeleider) en zelf over hun levenseinde willen beschikken, houdt toch niet op bij de grens?

113 Zelfmoordpreventie is bereikbaar via het nummer 113 én via het gratis nummer 0800-0113 of 113.nl.

gepubliceerd op Medisch contact op 25 oktober 2021

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.