Over de specialist ouderengeneeskunde die voor de rechter moest verschijnen, had ik destijds mijn oordeel snel klaar. Ze heeft zonder twijfel gehandeld uit medemenselijkheid toen ze euthanasie verleende op basis van een schriftelijke wilsverklaring bij een vrouw met gevorderde dementie.
Maar stiekem Dormicum door de koffie doen en doorgaan met het toedienen van het dodelijke middel terwijl patiënte tekenen vertoont van verzet of schrik, gaat te ver.1 Dit filmpje van de NOS geeft een prima samenvatting van het verloop. Nu kom je met vooroordelen makkelijker tot conclusies dan met nadenken. Daar kwam ik achter toen ik me erin ging verdiepen.
Het gaat in deze zaak eigenlijk om twee vragen, die nogal makkelijk door elkaar worden gehaald; of het juridisch geoorloofd is én of het ethisch geoorloofd is.
Ik begin met het eerste. Euthanasie is strafbaar maar als aan de zorgvuldigheidseisen wordt voldaan dan mag een arts het doen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is vergevorderde dementie geen juridisch bezwaar. Helemaal begrijpen doe ik dat niet, want hoe kan ooit voldaan worden aan de vierde eis: de arts moet met de patiënt tot de overtuiging komen dat er geen redelijke andere oplossing is voor de situatie van de patiënt. En aan de eerste eis: het verzoek van de patiënt om euthanasie moet vrijwillig en weloverwogen zijn. Dat was misschien zo ten tijde van de wilsverklaring, maar een mens kan van gedachten veranderen.
Maar goed. Er is ongeveer vijftien keer euthanasie verricht bij een patiënt met vergevorderde dementie en die casussen zijn grotendeels als zorgvuldig beoordeeld. De Regionale Toetsingscommissie (RTE) was van oordeel dat dat hier niet het geval was. Maar daarop valt nog wel wat af te dingen. Zo werd het toedienen van Dormicum als een niet zorgvuldige uitvoering gezien. In een oordeel over een andere euthanasie bij gevorderde dementie werd daarover echter anders geoordeeld.2
Daarna kwam een tuchtzaak, waarbij het regionaal tuchtcollege een berisping uitsprak en het Centrale Tuchtcollege dit corrigeerde naar een waarschuwing. En nu is er dus een strafzaak. Is dat nu nodig, een oordeel van zowel de tuchtrechter als van de strafrechter?
Volgens het OM had de arts nadrukkelijk in gesprek moeten gaan met de dementerende patiënte en moeten vragen of zij nog steeds euthanasie wilde. Daar snap ik niks van. Een probleem bij vergevorderde dementie is nu juist dat zo’n gesprek niet meer mogelijk is. Als je dan toch doet alsof dan is dat meer voor de bühne.
Wat de juridische kant betreft hoop ik, dat de arts vrijgesproken wordt. Ik vind het geen moord. En ik zie ook niet zo goed wat zij nu zo anders heeft gedaan dan in de zaken waarin geoordeeld werd dat er wel voldaan is aan de zorgvuldigheidseisen.
Maar wat de ethische kant betreft zou ik willen zeggen dat je geen euthanasie moet verlenen als iemand niet meer begrijpt wat je doet. Ik neig ertoe Bert Keijzer te volgen, die zegt dat zo’n schriftelijke verklaring waardeloos is. Maar toch twijfel ik. Als een naaste van me in een situatie zou terechtkomen als de betreffende patiënte, dan zou ik – denk ik – dankbaar zijn als ik een arts zou treffen die het toch doet.
Enkele feiten:
- De RTE’s spreken in ongeveer een tot twee op de duizend keer het oordeel uit, dat niet is voldaan aan alle zorgvuldigheidseisen.
- Ze melden dat dan aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het openbaar ministerie (OM).
- Sinds 2002 is in totaal bijna 62.000 keer euthanasie uitgevoerd. Dat was slechts in vijftien gevallen bij patiënten met vergevorderde dementie.
- Zie ookhet uitstekende artikel van prof. G den Hartogh‘Euthanasie op grond van een schriftelijke wilsverklaring’.
- Casus 2018-44, pag. 52 inhet jaarverslag van de RTE 2018