Dit blog is ook te beluisteren op Soundcloud
Artsen behandelen in laatste levensfase te lang door, kopte de Volkskrant. Dit bleek uit een onderzoek waarop arts-onderzoeker Eric Geijteman is gepromoveerd.
Medisch Contact deed in 2012 al eens een online-enquête, waaruit bleek dat meer dan 60 procent van de artsen hetzelfde vindt. Bert Keizer is helemaal duidelijk in zijn bundel Altijd troosten: ‘We blijven scannen tot halverwege de crematie.’ Soms genezen, vaak verlichten, maar altijd troosten. Misschien dat meer aandacht voor troosten kan leiden tot minder wat Keizer noemt ‘zinloos getrut’.
Ooit sprak ik ouders van een onhandelbare jongen met ernstige gedragsproblemen, die totaal niet openstond voor welke behandeling dan ook. Tegen hen heb ik gezegd: ‘Ik kan weinig voor u doen, maar dat kan ik heel lang volhouden.’ Met lege handen blijven staan is ook geneeskunst.
Ook binnen de psychiatrie hebben we moeite met de beperkte mogelijkheden tot genezing of verzachting. Keizer: ‘Ik verwijt mijn psychiatrische broeders en zusters dat ze ontkennen dat ook psychische aandoeningen ongeneeslijk kunnen zijn.’ Dat verwijt is terecht, maar ik wil wat verzachtende omstandigheden aanvoeren. In de psychiatrie kun je, nee mag je, niet te makkelijk meegaan in gevoelens van hopeloosheid en radeloosheid van de patiënt. Die kunnen immers deel uitmaken van de aandoening. De moed erin houden en helpen weer perspectief te vinden is een belangrijk aspect van ons werk. Wat ook meespeelt is, dat mensen nog jaren te leven hebben. Met absolute zekerheid zeggen dat het nooit weer beter zal gaan is onmogelijk. Juist daarom pleit ik ervoor om de patiënt meer aan het woord te laten bij het debat over euthanasie bij psychische aandoeningen. Er komt een moment waarop je als behandelaar het recht niet meer hebt de moed erin te willen houden, terwijl de patiënt daar niet meer om vraagt.
Sinds enige tijd spreek ik regelmatig Marco, die contact met mij heeft gezocht in verband met een ernstige dwangstoornis. Niet voor behandeling, maar om zijn hart te luchten. Sinds het verschijnen van mijn boek Vals alarm, leven met een dwangstoornis gebeurt zoiets vaak. Hij zit in een traject bij de Levenseindekliniek vanwege een uitgesproken euthanasiewens. Ik vind de ondraaglijkheid en uitzichtloosheid van zijn lijden invoelbaar. Marco is nu in behandeling voor zijn verslavingsproblematiek. Hij drinkt tamelijk veel en gebruikt veel oxazepam. Zelf ondergaat hij deze behandeling uitsluitend en alleen om te tonen dat hij alles wil doen. Hij heeft geen enkele hoop dat het hem verder zal helpen. Integendeel. De dwangstoornis, paniekaanvallen en andere problematiek maken zijn leven al ondraaglijk. Dat te moeten ondergaan zonder de verdoving die alcohol en oxazepam hem geven maakt het nog zwaarder. Maar hij brengt het op in de hoop dat hem dan euthanasie gegund zal worden.
In de euthanasiewet staat dat de arts met de patiënt tot de overtuiging gekomen moet zijn dat er geen redelijke andere oplossing is. Ik erken onmiddellijk dat ik als arts ook bang zou zijn een mogelijkheid onbenut te laten. Maar ik zie bij Marco dat je ook een mogelijkheid te veel kunt willen benutten.
Gelukkig is het einde ervan waarschijnlijk in zicht. Binnenkort wordt besproken of de behandeling van zijn verslaving nog langer moet duren.
Te lang doorbehandelen. Het kan ook in de psychiatrie.