Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud
De jongen lag schuimbekkend op de grond, schokkend met al zijn ledematen, tot ergernis van zijn leraar en klasgenoten. Dit was al de derde keer deze week. Ze waren het nu wel zat. Vroeger deed hij het ook wel eens, maar één keer per maand of zo. De laatste tijd wist hij echter van geen ophouden. Na zo’n bui moest hij ook nog eens naar huis gebracht, dus ook weer een hoop gedoe. Eerst hadden ze er nog wel begrip voor gehad – hij had tenslotte epilepsie –, maar hun geduld raakte op. Dat hij die ziekte heeft is geen excuus om zich zo te laten gaan. Voor je ziekte ben je niet verantwoordelijk, maar voor hoe je ermee omgaat wel. Zijn mentor had laatst met hem besproken hoe hij op een andere manier om aandacht kon vragen, maar daar heeft hij kennelijk niet naar geluisterd.
Hoewel ook lichamelijke aandoeningen niet altijd op begrip kunnen rekenen zal het wel niet zo bar en boos gaan als in dit verzonnen voorbeeld. Bij psychische problematiek komt dat helaas nog wel voor. Mensen krijgen vaak opmerkingen te horen die blijk geven van een gebrek aan begrip. Een lichamelijke aandoening heb je, een psychische aandoening doe je, lijkt het idee. Waar komt dat vandaan?
Gedrag dat afwijkt van het gemiddelde en dat problemen veroorzaakt in functioneren en welbevinden kunnen we op drie manieren bekijken: medisch, moreel of cultureel-maatschappelijk. In de medische visie zien we het als een ziekte: iemand is slachtoffer/patiënt en verdient begrip en behandeling. In de morele visie zien we het als fout: iemand is dader en verdient veroordeling en straf. In een cultureel-maatschappelijke visie is het afwijkende gedrag niet de oorzaak van de problemen, maar de intolerantie van de maatschappij voor neurodiversiteit.
De keuze maken tussen medische, morele en cultureel-maatschappelijke visie is eigenlijk de simpele vraag beantwoorden: kan iemand er iets aan doen? Maar dat beantwoorden is niet altijd simpel. Soms wel. Dan is het overduidelijk. Een blinde neem je het niet kwalijk dat hij dingen niet ziet. Van iemand die ernstig verstandelijk gehandicapt is accepteer je ook meer. Maar verslaving? Of concentratieproblemen? Nergens toe komen?
Er zijn eenvoudige standpunten: kan niet ligt op het kerkhof en wat minder onomwonden gezegd, maar deze standpunten zijn zeker nog veel te horen. ‘Geluk is een keuze’ is zo’n uitspraak, die uitgaat van een grote mate van vrijheid en individuele verantwoordelijkheid.
Hoe vrij is een mens in zijn psychisch functioneren? Dat weet ik niet, maar ik weet één ding wel. We zijn geneigd dat erg te overschatten. Het woord psychisch suggereert iets ijls, iets wat minder vastligt dan het lichamelijke. ‘Het zit tussen de oren’ wordt er wel gezegd, alsof daar lucht zit die geen belemmering zou hoeven opleveren. Nee, daar zitten de hersenen, ook lichamelijk en zeker niet naar believen te kneden.
Ik ga niet zover als veel neurowetenschappers, die zeggen dat er geen vrijheid is en dat het brein allesbepalend is. Maar veel beleving en gedrag is met de beste wil van de wereld niet te veranderen. We zijn zonder meer gebonden aan de (on)mogelijkheden van ons brein. En dan laat ik de vraag hoe vrij je bent in het hebben van wilskracht nog buiten beschouwing.
De moraal? Er is geen wezenlijk verschil tussen psychische aandoeningen en lichamelijke wat betreft veranderbaarheid. Bij beide moet je beoordelen hoeveel vrijheid iemand daarin heeft. Die vraag is bij psychische aandoeningen soms wel moeilijker te beantwoorden. Alle reden dus om niet te snel over anderen te oordelen.