Eén van de oude klassieke verhalen verhaalt hoe Odysseus en zijn mannen op hun terugtocht uit Troje gevangen genomen worden door de cycloop Polyphemos. Deze vraagt Odysseus naar zijn naam. Hij antwoordt: “Ik heet Niemand”.

De nacht daarop steken Odysseus en zijn mannen een scherpe paal in het oog van de cycloop. Hij brult zo hard van pijn en woede dat de andere cyclopen eropaf komen. “Wie heeft dat gedaan?” vragen ze. “Niemand heeft mij in mijn oog gestoken”, roept Polyphemos. De andere cyclopen denken dat hij gek is geworden en gaan weer weg. Zo kan Odysseus ontsnappen.

Ik moest eraan denken op een congres ter gelegenheid van het uitkomen van een ADHD-tijdschrift. “Wie heeft er ADHD?” werd er gevraagd. Bijna de hele zaal stak zijn hand omhoog. “Wie vindt dat ie een ziekte heeft?” Slechts een enkele aarzelende hand.
Een hele zaal mensen, die in bepaalde psychische eigenschappen anders zijn dan anderen en daarvan problemen ondervinden. Maar het merendeel vindt zichzelf niet ziek.

Niet ziek maar slap

Nu kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Een probleem op psychisch terrein een ziekte noemen, zou in feite een erkenning van het lijden moeten inhouden, maar helaas gaat er nogal eens een afkeurend oordeel onder schuil. De problematiek wordt neergezet als een moreel tekort, bijvoorbeeld een gebrek aan wilskracht. Niet voor niets zijn psychiatrische classificaties nog al eens scheldwoorden. Terecht dat mensen dat niet verdragen.

Maar hoe moet je een psychisch probleem dan noemen? Het classificatiesysteem voor psychische problematiek, de DSM, spreekt van een disorder, een stoornis.
Een voordeel daarvan is dat duidelijk gemaakt wordt, dat uitsluitend ander gedrag of een andere beleving onvoldoende is voor een psychiatrisch label. Er moet óók sprake zijn van een verstoring van het functioneren en/of het welbevinden.

De maatschappij

Maar nog meer dan ‘ziekte’ suggereert het woord ‘stoornis’ dat het anders zijn op zich, een stoornis is. Dat de problemen in het functioneren en welbevinden er onlosmakelijk aan verbonden zijn. Dat kan zeker zo zijn bijvoorbeeld bij een depressie of een angststoornis, maar het is lang niet altijd het geval.

De problemen kunnen ook pas ontstaan in een bepaalde omgeving. Zo worden er momenteel hoge eisen gesteld aan het vermogen om vooruit te plannen, je te concentreren, samen te werken en je aan te passen. Soms komen mensen met ADHD of met problematiek uit het autistisch spectrum vooral daardoor in problemen die ze niet altijd en onder alle omstandigheden zouden hebben.

Het gaat er niet om daarmee de problemen te ontkennen. We leven nu eenmaal in deze maatschappij, maar het woord ‘stoornis’ of ‘ziekte’ doet weinig recht aan het feit dat sommige psychische eigenschappen alleen in een bepaalde context tot problemen leiden.

Psychiatrie kan helaas worden misbruikt om gedrag en belevingen, die de maatschappij niet tolereert als psychisch ziek aan te duiden. In de voormalige Sovjet-Unie is dit gebeurd. De huidige westerse maatschappij is daarmee niet te vergelijken, maar voorzichtigheid blijft geboden.

Niks

Maar als we het geen ziekte noemen en geen stoornis, hoe dan wel? ‘Handicap’ en ‘beperking’ hebben dezelfde bezwaren en duiden bovendien op een blijvend probleem. ‘Syndroom’ is wel neutraal, maar te weinig spreektaal.

We moeten het kunnen aanduiden, want zonder naam wordt iets niet serieus genomen. ‘Ach, het mag geen naam hebben’ wil zeggen, dat iets van weinig betekenis is. Zonder naam is het niks. Dan gebeurt er hetzelfde als bij de ongelukkige cycloop. “Wat is er aan de hand?” “Er is niks aan de hand.” We weten wat er dan gebeurt. Er wordt geen aandacht aan geschonken.

Tot iemand met een beter voorstel komt, kies ik voor het woord ‘aandoening’. Dat heeft de genoemde bezwaren minder en reduceert mensen niet tot hun probleem. Ik ben er echter van overtuigd, dat een respectvolle benadering van veel groter belang is dan een correcte benaming.

Misschien is het probleem niet het ontbreken van het juiste woord, maar van het juiste begrip voor psychische problematiek.

Gepubliceerd op Medisch Contact op 11 augustus 2014.
Categorieën: StigmaBlogs

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.

3 Reacties
oudste
nieuwste
Inline Feedbacks
View all comments

Ik zeg dat ‘ik ben gediagnosticeerd met ….’. En ik praat over ‘mensen met een diagnose van …’. Dat is namelijk het enige dat zeker is. Iemand heeft een diagnose gekregen. Of die diagnose zinnig is, en of het zinnig is om namen te geven aan bepaalde vormen van gedrag, enzovoorts weten we niet zeker. De psychiatrie deelt soorten gedrag in categoriën in en geeft er namen aan. Op een manier waarmee ik het zelf vaak helemaal niet eens ben. Jammer inderdaad dat zo moeilijk is om goede open termen te vinden. Die dan ook nog begrepen worden. Als iemand… Lees verder »

Ik ben met je eens dat classificaties door mensen bedacht zijn en dat we dat niet moeten vergeten. Je bent niet somber omdat je een depressie hebt.
Maar om te spreken van psychische classificaties of diagnoses vind ik niet in alle gevallen de oplossing. Dan vind ik aandoening toch mooier, maar ieder zijn keus.

Hier is al een woord voor bedacht: neurodiversiteit. De erkenning dat de neurologie van sommige mensen dusdanig anders is, dat het anders functioneert, en dat een natuurlijk iets is. En dat kan beperkend en behulpzaam en alles er tussenin. Gewoon divers. Neurodivers.