Heeft u dat artikel gelezen in de Volkskrant van afgelopen zaterdag? ‘Ik heb zelf ook een bril, zegt de oogarts’, stond erboven. Het ging over artsen die zelf een lichamelijke ziekte hebben (gehad). Dat schijnt best vaak voor te komen. Drie kwamen er aan het woord, onder wie die oogarts.
Hij vertelde dat hij de laatste jaren last kreeg van wazig zien. Op een gegeven moment kon hij niet eens meer lezen. Hij durfde daar niet over te praten met zijn collega’s. Een oogarts die zelf niet goed ziet. Stel je voor! Maar het ging het niet langer en hij moest net als zijn patiënten toch aan de bril. Eerst deed hij daar stiekem over, maar dat ging knagen. Door open te zijn hoopte hij bij te dragen aan het verminderen van het stigma dat mensen met een bril nog altijd treft. Zo wordt vaak gedacht, dat brildragers intelligent zijn. Na zijn ‘coming-out’ vertrouwden steeds meer collega’s hem toe dat zij ook weleens een bril nodig hadden.
Waar stond dat artikel dan?
Artikel niet gezien? Nee, klopt. Het stond natuurlijk niet echt in de krant. Dat een oogarts een bril nodig kan hebben is niks bijzonders. Maar wat wel in de krant stond, was een artikel over drie professionals uit de geestelijke gezondheidszorg die zelf een psychische aandoening hadden (gehad). Is dat dan wel bijzonder? Nou, eigenlijk ook niet. Minstens een op de drie mensen heeft daar ooit in zijn leven mee te maken. En werken in de GGZ maakt je daar niet immuun voor.
Ik was één van de drie geïnterviewden. Ik werk van harte mee aan dit soort dingen, want niks helpt beter tegen vooroordelen over psychische aandoeningen dan het persoonlijk te maken. Bovendien vergroot zo’n artikel de bekendheid van de dwangstoornis en dat vind ik ook belangrijk. Neem dan nog mee dat het de schaamte kan verminderen waar veel mensen met psychische problemen last van hebben en er zijn redenen te over om eraan mee te doen.
Prima dus, dit soort interviews. Daarbij overigens een kanttekening. Open zijn moet beslist geen verplichting worden, net zo min als dat bij lichamelijke klachten het geval is. Ik respecteer het zonder meer als iemand er om welke reden dan ook niet in het openbaar over praat. Soms is dat zelfs verstandig.
Niet nieuw
Eigenlijk is het nieuwe niet dat ook mensen die in de geestelijke gezondheidszorg werken last kunnen hebben van psychische problematiek. Het nieuwe is dat mensen er meer open over kunnen zijn. Jaren geleden schreef Pieter Kuiper het boek Ver heen over de verschrikkelijke (psychotische) depressie, waar hij doorheen gegaan was. Kuiper was hoogleraar psychiatrie. Toen Prins Claus depressief bleek, was dat een steun voor mensen met een depressie. Zelfs een prins kan het overkomen. En ook een hoogleraar psychiatrie. Gewoon doorlopen mensen, niks aan de hand.
Er komt vast een tijd dat spreken over psychische aandoeningen net zo wordt als spreken over lichamelijke aandoeningen. Soms doe je het wel en soms doe je het niet, want het blijft iets persoonlijks. En voor beide geldt dat het iedereen kan overkomen. Zoals ik laatst ergens las: “It’s a disease, not a decision.”