Ik heb niks te doen. Ik ben met pensioen.
Dagen dat je na het spellen van de krant eens gaat bedenken wat je deze dag zult doen.
Dagen waarin je blij bent als er iemand belt die je mening vraagt over iets wat met je oude werk te maken heeft.
Dagen waarin de uren soms voorbijkruipen.
Dagen waarop je na het verzorgen van de geraniums echt niet meer weet wat je de rest van de dag zult doen.
Dagen waarop je even langs je oude werk loopt, maar collega’s niet verder komen dan een vluchtig, verplicht gesprekje, waarna ze weer door moeten, omdat ze het druk hebben. Waarvoor jij veel begrip toont en roept dat jij het ondanks je pensioen drukker hebt dan ooit.
Dagen dat je nauwelijks op je mobiel zit, omdat er toch geen nieuwe e-mails, whatsappberichten, tweets of LinkedIn-berichten voor je zijn, en je tegen jezelf zegt dat het wel lekker rustig is zo.
Dagen waarop je jezelf voorhoudt dat je je niet schuldig hoeft te voelen, dat je geen enkele bijdrage hebt geleverd aan de maatschappij, omdat je je hele leven al zoveel hebt gewerkt dat je deze rust nu hebt verdiend.
Dagen waarvan je niet meer direct weet welke dag het is. Niet omdat je geheugen je al in de steek gaat laten; dat is nog weer een fase verder. Nee, je weet het niet meer omdat alle dagen een beetje hetzelfde zijn.
Dagen die al vol zitten als je ’s middags een cursus aquarelleren hebt.
Dagen dat je overweegt je bij de GGD aan te melden om boosterinjecties te zetten.
Dagen dat je overweegt nog iets groots te gaan doen, in de tropen gaan werken, promoveren of een boek schrijven. Tijd genoeg.
Dagen dat je ’s middags even een dutje doet op de bank.
Weet iemand hoe lang het duurt voordat die dagen komen? Ik ben nu bijna anderhalf jaar met pensioen. Je zou ze zo langzamerhand toch wel eens verwachten. Misschien niet meteen een hele week achter elkaar, maar toch wel af en toe een dag. Of althans in het weekend. Niet dat ik er met onverdeeld genoegen naar uitzie, maar ik zal daar toch een verhouding toe moeten vinden. Leren omgaan met de laatste levensfase, waarin je op een zijspoor zit, alleen nog voor spek en bonen meedoet, waarin je dagen niet meer overvol zitten. Maar erover nadenkend bekruipt me een twijfel. Misschien komen die dagen helemaal niet. Je neemt je zelf mee. Mijn levenslange probleem van te veel willen/moeten zou er wel eens voor kunnen zorgen dat die dagen helemaal niet komen. Nou ja, een voordeel is dat je niet in een leegte valt. Pensioen? Nog steeds genoeg te doen.
Dat valt mee of tegen – het is maar hoe je het bekijkt.