Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud
Dit is misschien wel mijn laatste blog. Want ik ben even in een diepe existentiële crisis beland. Wat is het geval? Ik schreef een blog over relatie-OCD en illustreerde dat met een praktijkvoorbeeld. Ik vroeg me af of het niet tot de patiënt herleidbaar zou zijn. Die kans was niet groot, want het was al lang geleden. Hoe lang eigenlijk?
Het was in Drachten. Daar werkte ik… eens even nadenken. Dat moet eind ‘84 geweest zijn. Ja, want in februari ‘85 had ik dienst tijdens de 13de Elfstedentocht. Een miljoen mensen kwamen naar Friesland. Daar zou vast iemand tussen zitten die acuut psychische hulp nodig zou hebben. En dan zou ik moeten opdraven. Omdat de wegen allemaal verstopt zaten, zou ik worden aangevlogen met een helikopter. Als ik dan zou uitstappen dan zou ik tegen de aanstormende verslaggevers zeggen: ‘Geen commentaar’, want ik had immers beroepsgeheim. En dat zou dan ’s avonds op het journaal komen1. Ik heb de hele dag geen enkele oproep gehad. Maar ik dwaal af. Terug naar die meneer die zo leed onder obsessieve twijfel of hij zijn vrouw wel leuk genoeg vond.
Niets is voor eeuwig
Ik bedacht: Hoe oud zou hij nu zijn? Hij was toen begin zestig. Het is 31 jaar geleden, dus dan is hij nu 91. Maar grote kans dat hij er niet meer is. Dat besef kwam hard aan. Waaar doe je het allemaal voor? Die man, zijn problemen en wat ik eventueel voor hem heb kunnen doen. Allemaal weg.
Ik had er niet bij stil moeten staan, maar het besef breidde zich al uit. Vroeg of laat zijn al mijn patiënten er niet meer. En ik ook niet en iedereen en alles. Alles (ver)gaat. Niets is voor eeuwig.
Ik heb al eerder iets dergelijks gehad, in de beginjaren toen ik hoofd van de universitaire polikliniek kinder- en jeugdpsychiatrie Groningen was. Mijn ideaal was alle kinderen uit de drie noordelijke provincies die dat nodig hadden goede psychiatrische diagnostiek en behandeling te bieden. We werkten hard en elk jaar konden we meer medewerkers inzetten. Maar ook toen brak op een gegeven moment een verpletterend besef door. Terwijl wij ons best doen alle ellende op te lossen komt er elk jaar weer nieuwe bij. Het is dweilen met de kraan open.
Het houdt nooit op
Hebt u dat nooit? Dat u moedeloos wordt, als u bedenkt dat er elk jaar alleen al in Nederland 200.000 kinderen komen die allemaal weer moeten leren zwemmen, lezen en schrijven en autorijden. En al die gebitten die gereguleerd moeten worden. Het houdt nooit op. En het slotakkoord is uiteindelijke altijd magere Hein.
Al jaren eerder had mijn geloof in ordelijkheid een knauw gekregen. Een vriendin van me deed enorm haar best om haar dossiers op orde te houden. Maar waar zij werkte, bewaarden ze die maar 6 jaar. Op een dag waren de eerste van haar zorgvuldig bijgehouden dossiers aan de beurt. Ze moest ze zelf door de papierversnipperaar halen2. Een collega was ook bezig. Zijn dossiers waren verre van compleet om niet te zeggen vrijwel leeg. Dus hij was veel eerder klaar.
Tja, zo’n gevoel. Zoals de ramen van iemand die ze één keer heeft gezeemd net zo schoon zijn als van iemand die ze een leven lang elke week schoonmaakte.
Du aber bleibst
Ik moet weer even heel hard nadenken hoe het zat met de zin van het bestaan en de zin in het bestaan. Het lot van deze blogs is tenslotte ook een soort van versnipperaar. En het lot van u, mijn lezers ook. Ja, sorry.
Meestal weerhoudt ons dat er niet van volop te leven, maar ik moet even opfrissen waarom niet. Toen ik nog steviger geloofde in een hiernamaals had ik hier minder problemen mee.
Mochten er geen blogs van mij meer verschijnen, dan weet u hoe het komt. Omdat alles eitel ist. Wel een heel mooi lied. De tweede zin is trouwens: Du aber bleibst.