Dit blog kan ook worden beluisterd op Soundcloud
Nee, dit blog gaat niet over leefstijlgeneeskunde. Nou, bijna niet. Gister kon ik nergens de schroefmachine vinden. Stikirritant. Dineke, mijn vrouw, had hem de dag ervoor gebruikt. Haar schuld dus. Zij had hem natuurlijk op een onmogelijke plaats laten liggen. Later op de dag kwam ik de schroefmachine tegen op een uiterst logische plek. Overheen gekeken.
In plaats van me diep schuldig te voelen bleef ik innerlijk wat na sputteren. Wat nu nog overbleef van haar schuld, kon ik zo snel niet bedenken, maar dát ze schuld had liet ik niet zomaar los. Nu ben ik een meer dan gemiddeld slecht mens. Toch ben ik bang, dat ik in de neiging anderen de schuld te geven niet alleen sta.
Als iets niet lukt dan roept dat frustratie op en een mens zoekt daarvoor een uitlaat. Het kan naar binnen slaan. Dan ga je jezelf op de kop geven. Maar veel vaker geven we anderen de schuld. En dat laten we – zelfs als het onterecht blijkt – niet zomaar los. Mijn collega-blogger Güler Karaca beschreef hoe moeilijk het is het woord ‘sorry’ over je lippen te krijgen.
In de zorg zijn we net als in de rest van het leven vaak machteloos. Het lukt ons bijvoorbeeld maar niet om de patiënt met overgewicht en suikerziekte tot gedragsverandering te brengen. Machteloosheid kan ook dan – afhankelijk van je temperament – meer of minder ergernis oproepen. ‘Niet mijn therapeutisch arsenaal schiet tekort, maar die domme patiënt die maar niet luistert.’ Blaming the patient. De titel van dit blog, ‘Domme, dikke diabeet’, is ontleend aan een gesprek, waarin een huisarts aangaf dat er soms zo over patiënten wordt gesproken, als het maar niet lukt ze tot een andere leefstijl te bewegen.
Anderen de schuld geven doen we minder, als evident is dat de ander er niks aan kan doen. Maar zelfs dan kruipt het bloed waar het niet gaan kan. ‘Stomme rotauto. Hoe kun je me nu in de steek laten?’ Een auto heeft natuurlijk geen verantwoordelijkheid om het te doen.
Bij psychische aandoeningen, bij obesitas en bij SOLK is ook veel machteloosheid. Hierbij is minder evident dat iemand daarin niet vrij is. Helaas lukt het ons dan ook lang niet altijd onze natuurlijke neiging te beheersen om anderen de schuld te geven. Dat is nu eenmaal zo. Als we het maar zien als menselijke zwakte en niet als een professionele visie.
Waar moeten we dan heen met onze ergernis? Sommige mensen leggen de schuld bij de maatschappij of de schepping of God. Hoe kon hij dit laten gebeuren? Toen ik mij daar nog veel mee bezighield, vond ik het geweldig te horen dat God dit ook helemaal niet laat gebeuren. God is alliefde en alwijs, maar niet almachtig. Dat heeft hij opgegeven toen wij kennis kregen van goed en kwaad. Sindsdien hangt het ook van ons af. Dat is niet onze schuld, want je kunt niet schuldig zijn aan de keuze om van de boom der kennis te eten als je nog niet weet wat goed en kwaad is. Maar we zijn nu wel verantwoordelijk. Verantwoordelijk zonder schuld. Als dat leidt tot een gevoel van verplichting heeft dat weinig zin. Maar als het leidt tot geestdrift om het goed te doen, is dat ware moraliteit. Niet ik moet, maar ik wil.
Ik geef toe: Dit is meer iets voor vanaf de kansel. Terug naar de zorg. Verbeter de wereld en begin bij jezelf. Dus proberen patiënten met een aandoening waaraan ze weinig kunnen doen en waarin jij tamelijk machteloos staat, niet de schuld te geven.
Na deze stichtelijke oproep kan ik natuurlijk niet achterblijven: Sorry, Dineke, ik kan niet zoeken.