Je gaat elke avond met een ander naar bed. Je hele leven lang. Onvoorstelbaar misschien, maar echt waar. Dat geldt voor ons allemaal. Ik heb het over je brein. Dat verrast je misschien, want we associëren het brein niet meteen met voortdurende verandering.
Je gaat elke avond met een ander naar bed. Je hele leven lang. Onvoorstelbaar misschien, maar echt waar. Dat geldt voor ons allemaal. Ik heb het over je brein. Dat verrast je misschien, want we associëren het brein niet meteen met voortdurende verandering.
De vorming van nieuwe zenuwcellen stopt immers grotendeels vlak na de geboorte.1 Heb ik het er dan alleen over dat je brein steeds een beetje minder wordt omdat je elke dag 85 duizend zenuwcellen verliest? Nou, dat klinkt wel veel, maar het is nog geen miljoenste van de 86 miljard neuronen die we hebben. Nee, waar ik op doel is de voortdurende veranderingen in de contacten die zenuwcellen met andere zenuwcellen maken.
Elke zenuwcel heeft gemiddeld duizend contacten met andere cellen, maar aan die verbindingen wordt dag en nacht je hele leven lang gesleuteld. Verbindingen die weinig gebruikt worden, worden weggesnoeid en daarnaast vormen de zenuwuiteinden (axonen) voortdurend nieuwe uitlopers, waardoor nieuwe verbindingen gelegd worden. Het bijzondere is dat dat voor een belangrijk deel gebeurt onder invloed van wat je meemaakt en dan niet de fysieke, maar de psychologische kant daarvan. Wat je hoort, ziet, proeft, ruikt en voelt bereikt ons weliswaar via fysieke verschijnselen zoals geluidsgolven of fotonen, maar het wordt pas van invloed als het betekenis krijgt.
Als je nare dingen hoort in een jouw onbekende taal dan doen die geluidsgolven je niks, maar als je begrijpt wat er gebeurt, dan kun je in tranen uitbarsten. Geluidsgolven leiden in het oor tot prikkeling van zenuwcellen die elektrisch ontladen en dat weer doorgeven aan andere cellen. Dat is allemaal nog fysiek, maar het fascinerende is dat ergens in dit proces de betekenis doordringt.2 Dat maakt weer uit voor de nieuwe verbindingen die zullen worden gelegd. En dat gaat samen met wat je beleeft, leert en herinnert. Je schildklier zal ik met deze blog niet beïnvloeden, maar je brein zonder meer, misschien zelfs wel blijvend.
Het gaat me niet om míjn invloed, maar om het gegeven dat het brein, dat – omsloten door een harde schedel – zo onaanraakbaar overkomt, in feite ons meest ontvankelijke en plastische orgaan is. Erfelijkheid, psychologische en biologische omgevingsfactoren en misschien de vrije wil hebben allemaal hun weerslag op hoe de verbindingen in de hersenen eruitzien. Dat hangt samen met je herinneringen, je vaardigheden, je kennis en je levenservaring. Als de hersenen stoppen met functioneren, houdt dat dan allemaal op? Is alles dan weg? Of gaat het ergens verder en dan bedoel ik niet zozeer voortleven in anderen, maar meer persoonlijk.
Ik hoop het wel, maar ik weet het niet. Dick Swaab wel. Hij is natuurlijk genoeg wetenschapper om het anders te formuleren. Hij zegt dat hij geen enkel bewijs kent voor het tegendeel. Maar gelukkig is absent of proof niet hetzelfde als proof of absent. Herman van Praag laat het open. Het is voor hem een mysterie, maar hij vindt het wel jammer als alles wat in een leven lang opgebouwd is verloren zal gaan.
Toen ik als 7-jarige hoorde dat ze niet wisten hoe de hunebedden gebouwd zijn, was dat een fikse teleurstelling. Nu zou ik het pas na mijn dood weten. Wat dit vraagstuk betreft weet ik wel dat het na mijn dood duidelijker zal zijn, maar niet of ik dat dan nog weet.
Maar dat we elke avond met een ander brein in bed stappen dan waarmee we ’s ochtends opstonden wordt daar niet minder indrukwekkend door.3
Voetnoten
1. Alleen in de hippocampus, de hersenkern die te maken heeft met het opslaan van herinneringen, worden levenslang dagelijks ongeveer zevenhonderd nieuwe cellen aangemaakt. Op de 86 miljard neuronen is dat niet veel.
2. Tot wie? Tot ons, maar dat ons staat ook niet los van het brein.
3. Corrigeer me als er neurologische onjuistheden in dit blog staan.