Hebt u dat ook zo vaak? Dat u bij het lezen van de rubriek Tuchtrecht denkt: ‘Dat had mij net zo goed kunnen gebeuren’.
Vorige week ging het over een arts in opleiding tot internist, die een oude man met buikpijn had gezien op de spoedeisende hulp. Ze had hem onderzocht, een behandelbeleid vastgesteld en laten opnemen. De patiënt was helaas later overleden. Anderhalf jaar (!) later had de dochter een klacht ingediend bestaande uit vier onderdelen.
Het tuchtcollege heeft de arts een waarschuwing gegeven. We weten allemaal, dat een veroordeling door het tuchtcollege een kras op je ziel is. Waaraan heeft deze arts dit verdiend?
De arts kon zich totaal niet herinneren over wie het ging. Geen wonder. Ze had hem anderhalf jaar geleden één keer gezien.
Het college sprak haar op drie van de vier onderdelen vrij. Het overlijden had in niets met haar handelen te maken. Ze had álles voorbeeldig gedaan. Op één vinkje na. Kennelijk moet je, zodra je iemand hebt gezien een formulier invullen of de patiënt gereanimeerd wil worden. Ze had ‘nee’ aangekruist. Maar … bij de vervolgvraag of de familie was geïnformeerd stond geen vinkje. Ik kan van alles bedenken waarom ze dat niet heeft ingevuld. Ik weet niet eens of je verplicht bent de familie te informeren. Sterker nog: of het altijd mág.
‘Als het misgaat dan hoeft u me niet te reanimeren, dokter. Het is wel goed zo. Maar vertel dat maar niet aan mijn kinderen.’
Eén vinkje vergeten. Toch oordeelde het college, dat ze een waarschuwing had verdiend. Waarom?
‘Het college is van oordeel dat ervan uitgegaan moet worden dat de arts het niet heeft besproken met de familie. Het betreffende vakje is immers niet aangekruisd. […] Dat is verwijtbaar: Het is niet voor niets dat op het formulier een vakje “patiënt ingelicht/familie ingelicht” is opgenomen.’
Waar in de overige rechtspraak is het niet aankruisen van een vakje voldoende om ervan uit te gaan dat ze het niet heeft besproken en waar is dat voldoende reden voor een veroordeling?
Het meeste wat de familie haar verwijt is niet gegrond verklaard. De familie had in die opzichten dus te hoge verwachtingen.
Is deze arts echt nalatig geweest door het niet met de familie te bespreken? Kennen we de exacte toedracht? Er zijn geen getuigen en zelf weet ze zich niets meer te herinneren.
Waarom pas na anderhalf jaar een klacht?
Als leidinggevende ben ik betrokken geweest bij veel klachtprocedures tegen medewerkers. Het is riskant om het te zeggen, maar ik doe het toch. Vaak vond ik het muggenzifterij en soms zelfs apert oneerlijk. Hiermee wil ik klagers, die volkomen in hun recht staan, niet tekort doen. ‘De goeden niet te na gesproken’, zei een leraar van mij vroeger als hij een eindeloze tirade hield tegen de hele klas. Ik wil echt dat patiënten recht wordt gedaan. Hulpverleners zijn geen heiligen. Maar ik wil ook, dat hulpverleners recht gedaan wordt. Patiënten zijn ook geen heiligen.
Deze arts heeft nog deemoedig gezegd dat ze het formulier beter had moeten invullen, maar dat mocht niet baten. ‘Hoewel verweerster heeft erkend dat het niet correct is geweest dat zij het formulier niet volledig heeft ingevuld en daarop open heeft gelaten of zij het formulier heeft besproken met klaagster, acht het College het toch aangewezen een tuchtrechtelijke maatregel op te leggen.’
Wordt ze door de waarschuwing een betere dokter?
Ze zal in elk geval nooit meer vergeten, dat het invullen van formulieren, lijsten, codes, checklists en weet ik wat nog meer inmiddels onze hoofdtaak is geworden. En dat het dossier er in de eerste plaats is voor juridische en economische verantwoording. Maar ben je dan een betere dokter?
Is deze arts recht gedaan? Zo voelt het voor mij niet. Het verhaal heeft mij niet overtuigd dat de ernst van haar medisch tekortschieten en de juridische onderbouwing daarvan voldoende zijn om een waarschuwing te rechtvaardigen. Maar ik ben geen internist.
Zie ik het verkeerd? Ik ben benieuwd naar uw mening, ook als u het met me oneens bent.