Sinds begin dit jaar ben ik met pensioen. Ik wou eerst schrijven ‘ben ik officieel met pensioen’. Daar spreekt al uit dat ik er moeite mee heb. Als je zegt dat je officieel met pensioen bent dan zeg je dat je eigenlijk nog niet met pensioen bent, maar dat het nu eenmaal officieel zo heet.
Mensen die met pensioen zijn, roepen vaak dat ze het drukker hebben dan ooit. Kennelijk wordt het niet druk hebben toch als minderwaardig beleefd. Volgens mij heb ik geen moeite met minder maatschappelijk aanzien. Het lijkt me juist wel wat om geheel door de wereld vergeten ergens achteraf een boek te schrijven of in de tuin te scharrelen. ‘Nou, wat let je?’ kun je zeggen. ‘Je hebt nu de kans. Eindelijk dat sabbatical waar je altijd zo naar verlangde.’ Maar dat klopt niet helemaal. Een sabbatical is een tussenjaar. Tussen deelname aan het arbeidsproces in. Maar pensioen is een eindfase. De volgende fase is niet weer deelnemen, dan valt het doek definitief. Ernst Becker schreef eind vorige eeuw De ontkenning van de dood. Dat boek heeft grote indruk op me gemaakt. Een aspect van zijn betoog was dat we bezigheden en projecten nodig hebben om ons niet te bewust te zijn van onze eindigheid. Een Franse schrijver zei ooit: ‘Er zijn twee dingen waar je niet rechtstreeks in moet kijken: de zon en de dood.’ Mijn blog ‘Het aftellen is begonnen: 66’ ging daar ook over. Een vriendin vond die blog nogal treurig. Zo ervoer ik het zelf niet. Ik voel me er beter bij het beestje maar bij de naam te noemen. Toch is moeite met de dood volgens mij ook niet wat ik moeilijk vind aan pensioen. Waar ik vooral aan moet wennen is het gevoel niet meer mee te doen. Jullie zijn allemaal aan het werk en ik zit hier een blog te schrijven en ga straks verder met een muurtje metselen voor een plantenkas. Ik ben vrijgesteld van plichten. ‘Heerlijk toch’, zou je denken en het heeft ook zeker voordelen. Ik wil het ook niet groter maken dan het is, maar het is wel even wennen om buitenspel te staan. Ik weet best dat ik nog wel kan deelnemen aan het maatschappelijke leven, maar omdat het niet hoeft voelt het een beetje als voor ‘spek en bonen’. Nogmaals: het is geen drama. Dat ik erover schrijf is meer beschouwelijk dan mijn nood klagen. Ik realiseer me wel des te meer hoe moeilijk het moet zijn als je door ziekte, psychisch of lichamelijk al veel eerder belemmerd wordt om deel te nemen aan het arbeidsproces. Dat krijg je er als nevenschade nog bij naast de ziekte en de andere negatieve gevolgen daarvan. Dat is echt een probleem. Mijn zoeken om een verhouding te vinden tot mijn nieuwe levensfase is dat niet. Dat is gewoon even wennen.
gepubliceerd op Medisch contact op 03 september 2021