Onder die naam start de invoering van Geloof 2.0, die de huidige hopeloos verouderde manier van geloven moet vervangen. Een fysieke kerk en direct contact met een geestelijke (ik bedoel face-to-facecontact) spreekt jongeren tótáál niet meer aan. Dus alles gaat op de schop.
Om het internetcontact een persoonlijke uitstraling te geven is in navolging van sites als mijnoverheid.nl of mijnpensioenfonds.nl gekozen voor mijnhemel.nl.
De startpagina heet ‘de wijde portal’, een knipoog naar Mattheus 7:13-14. Daar staat dat velen door de wijde poort ingaan. Die leidt weliswaar tot het verderf, maar dat is dus de grap. Vinden jongeren leuk.
De zaligheidsklant – we spreken liever niet van het onderdanige woord gelovige – heeft de regie. Er wordt uitgegaan van de ‘eigen kracht’. Jij bent eigenaar van je dossier. Jij kiest je doelen. Niet iemand van bovenaf. Natuurlijk kun je chatten met een ervaringsdeskundige, die met dezelfde geloofsvragen heeft geworsteld.
Jij kiest
Uiteindelijk stel je een spiritueel pad op, wat past bij jouw problemen. Een professional kan suggesties doen, maar jij kiest. Zo’n pad bestaat uit meerdere modules, zoals verering, houden van jezelf (heel populair), geduld, inkeer en luisteren naar stilte.
Bij sommige geloofsvormen zijn ook hardcore modules, zoals zelfkastijding, schuld dragen en zelfverloochening, maar bij de meeste geloven is onthouding de zwaarste module.
De punten, die je met de modules kunt verdienen worden – au-to-ma-tisch! – op je zaligheidsindex bijgeschreven.
Een enkel geloof legt de lat voor zaligheid erg hoog, maar vaker wordt het Dododverdict toegepast, wat zoveel wil zeggen als dat elke score goed is.
Zelfhulp en e-belief. Met geloof is het nog niet zover, maar de (geestelijke) gezondheidszorg gaat wel die kant uit. Er volgt nu een conservatief praatje. Dat komt door mijn leeftijd. Als je voor je 50ste al conservatief bent dan heb je geen gevoel, en als je na je 50ste nog progressief bent dan heb je geen verstand, las ik ooit.
Ouderwetse opinie
Goed. Ik heb dus moeite mee te gaan in de juichende taal over eigen kracht, zelf de regie nemen, zorgpaden en modules, eigenaar zijn van je eigen proces en permanente en directe inzage in het dossier via mijnGGZorganisatie.nl.
Ik huldig stiekem nog de opvatting dat een patiënt hoopt op een oplossing van mij, als deskundige. Sommige patiënten gaan daar overigens ook nog vanuit. Een behandelaar die vroeg: ‘Wat heb jij nodig om beter te worden?’ kreeg als reactie: ‘Ik kan dat niet meer horen. Als ik dat wist dan zat ik hier niet.’ Koren op mijn molen natuurlijk.
In mijn ouderwetse opinie verwacht niet alleen de patiënt iets van mij. Ik doe dat zelf ook. Ik hoop dat ik het beter weet. Ja, echt.
Ik voel me niet boven mijn patiënten verheven, omdat zij door een aandoening getroffen zijn. Gezond zijn is geen prestatie, maar genade. Maar mensen komen bij mij, omdat ze ergens hulp bij zoeken. Zij weten het niet meer. Ik hoop dat ik wel iets weet, of dat nu een (gedeeltelijke) oplossing is, perspectief bieden of steun bij het verdragen. Daarmee pretendeer ik zeker niet dat ik de problemen zelf wel zou kunnen hanteren. Ooit zei een patiënt: ‘U kunt dat, maar ik niet.’ Ik heb meteen gezegd: ‘Ho. Ik weet misschien waar je het moet zoeken, maar dat betekent niet dat ik het kan. Dat kun je alleen uit eigen ervaring leren. In die zin geloof ik dan weer wel in eigen regie. Van de patiënt, want ik spreek niet graag van cliënten. Een patiënt is iemand die lijdt. Een cliënt iemand die voor zijn lol iets koopt. Dat woord doet geen recht aan de situatie. Als gelijkwaardigheid daarvan af moet hangen… Mijn hemel.