Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud

Recentelijk schreef ik drie blogs over het tuchtrecht en de in mijn ogen beperkte bescherming van onder het tuchtrecht vallende personen.

Sindsdien ben ik gesensitiseerd geraakt voor tuchtzaken. Deze week werd ons uitgelegd, dat liegen voor de tuchtrechter geen meineed is. Daarom mag het wel, vindt het regionaal tuchtcollege. Nee hoor, het mag niet vindt het Centraal Tuchtcollege. Juridisch is dit vast interessant. Ik betwijfel of dat ook het belangrijkste gevoel is dat het lijdend voorwerp in dezen, de aangeklaagde arts, heeft overgehouden aan de hele procedure.

Deze plastisch chirurg heeft in 2000 een patiënte behandeld met inspuiting van Dermalive. Enkele jaren na de behandeling kreeg ze bulten in haar gezicht en op haar bovenlip, die volgens haar zeggen uit harde klonten plastic bestonden. Als niet-deskundige op dit terrein leek me dat aanvankelijk vreemd, maar even googelen leert dat in de loop der tijd duidelijk is geworden dat Dermalive complicaties kan geven.

Patiënte heeft in 2009 een klacht ingediend, omdat zij aangaf niet voorgelicht te zijn over de mogelijkheid van deze bijwerking. Deze klacht is in 2010 ongegrond verklaard, omdat volgens het tuchtcollege de chirurg niet op de hoogte had kunnen zijn van deze bijwerking.

In april 2013 – dus drie jaar later – dient de patiënte opnieuw een klacht in. Ze geeft aan dat de plastisch chirurg in de eerste tuchtzaak heeft gelogen. In november 2014 – anderhalf jaar later! – zegt het regionale tuchtcollege: Liegen bij de tuchtrechter? Daar gaan wij niet over. De patiënte is het daarmee niet eens, wat ik me kan indenken. Ze gaat in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege zegt: Daar gaan wij wél over… of hij heeft gelogen. Dat gaan we dus uitzoeken. En vervolgens zeggen ze: Dat kunnen wij niet aantonen, dus de klacht is ongegrond. Het is dan januari 2016.

Als we ervan uitgaan dat het tuchtcollege recht gesproken heeft, dan treft deze plastisch chirurg dus geen blaam. Hij heeft zich echter wel drie keer moeten verweren in een tuchtzaak en de totale procedure heeft meer dan zes jaar geduurd. Dat lijkt mij heel naar.

Maar is het ook raar? Het tuchtrecht is bedoeld om de kwaliteit van de gezondheidszorg op niveau te houden. Heeft deze zaak daaraan bijgedragen? Dat het in de rechtspraak voorkomt dat mensen aangeklaagd worden voor iets waarvan ze vrijgesproken worden begrijp ik, maar moet dat allemaal zo lang duren? Ook vind ik het bijzonder dat hij in feite twee keer voor hetzelfde moest terechtstaan. Dit betekent dat iedereen opnieuw kan klagen dat de verweerder in de eerste tuchtzaak heeft gelogen.
Het gebeurt in de psychiatrie regelmatig dat mensen je handelwijze maar moeilijk kunnen begrijpen, bijvoorbeeld als je iemand niet gedwongen kunt opnemen. Dat komt omdat ze onvoldoende op de hoogte zijn van wat er mogelijk is en wat niet.

Ik wil best aannemen dat ik te weinig weet van rechtspaak om het te snappen. Daarom ben ik zo benieuwd of juristen dit wel allemaal doodnormaal en in orde vinden.

Gepubliceerd op Medisch Contact op 8 juni 2016.

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.