Voor zover ik nog twijfelde over euthanasie bij mensen met een psychische aandoening, is die vorige week wel weggevallen. Ik was bij de uitvaart van Esther. Ik schreef al eerder over haar uitzichtloos en ondraaglijk lijden: Je kind laten gaan en Ik hoop dat ze overlijdt.
Ook Esther kwam aan het woord: Nu kan ik rustig doodgaan. Ze had me gevraagd of ik iets wilde zeggen bij haar uitvaart en daar had ik van harte in toegestemd. Voor de duidelijkheid: mijn professionele contact met haar was direct na de second opinion afgerond. Ik stond daar als persoon, niet als professional.
Het was natuurlijk aangrijpend. Dat zo’n jonge, lieve vrouw die op het eerste gezicht alles had voor een mooi leven, zó ondraaglijk lijdt dat ze niet verder kan leven.
Dat haar ouders en broer en zussen de rieten mand met daarin haar lichaam de kerk indroegen. Als ik erover schrijf schiet ik weer vol. Het is hartverscheurend. Het klinkt misschien raar maar het was ook heel mooi, heel ontroerend. Dat ze zo ziek was, is hartverscheurend. Maar dat ze op deze manier, omringd door wie haar liefhebben, thuis kon sterven, is ontroerend. Niet in de vreselijke eenzaamheid van voor een trein gaan staan of de andere verschrikkelijke manieren om er zelf een eind aan te maken.
Iets waartoe radeloosheid kan drijven. Nee, omringd door haar naasten. En dat niet alleen bij het sterven zelf maar ook bij de daaraan voorafgaande weken en maanden. Ze heeft het hele proces van euthanasie kunnen doorlopen met haar naasten. Ze heeft nog afscheid kunnen nemen en kunnen terugblikken. En ze heeft zich nog erkend en gezien gevoeld in het vreselijke lijden dat haar ziekte met zich meebracht.
Het is verschrikkelijk dat Esther psychisch ongeneeslijk ziek was, zo ziek dat het ondraaglijk was en dat alleen doodgaan daaraan een einde kon maken. Maar wat is het mooi dat ze op deze manier aan haar leven en lijden een einde kon (laten) maken. Vaak wordt gesproken over een waardige manier van sterven, maar ik vind waardig te afstandelijk klinken. Ik zou het liever een warme manier noemen.
Ik weet dat sommige mensen euthanasie bij psychische aandoeningen moreel afkeuren, maar dit was niet afkeurenswaardig, maar bewonderenswaardig. Ik ben voor Esther en haar naasten heel erg blij, dat het zo kon.
Ik had nooit gedacht dat ik nog eens pleitbezorger zou worden van de mogelijkheid van euthanasie bij psychische aandoeningen. Het gaat in tegen wat ik van huis uit heb meegekregen. Maar dat geldt in zekere zin natuurlijk voor ons allemaal. Suïcide is eeuwenlang als een grote zonde beschouwd. Euthanasie is pas vijftig jaar bespreekbaar. Inmiddels is euthanasie bij mensen die anders toch zullen overlijden wel geaccepteerd, maar met euthanasie bij mensen die lichamelijk gezien nog jaren te leven hebben, hebben we meer moeite. Ik begrijp de reserves wel. Maar als je er nauwer bij betrokken raakt, ga je er anders over denken. Daarom schrijf ik er ook over. Om meer mensen er nauwer bij te betrekken. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat je dan de manier waarop Esther het lijden en het leven heeft kunnen verlaten, nog kunt afkeuren. Het woord overlijden is prachtig. Over het lijden heen zijn. Esther is nu over lijden.
Er zijn mensen die vinden dat het leven niet aan jou toebehoort, maar aan God. Op de rouwkaart stond: Uit liefde geboren, uit liefde laten gaan. Als een aardse vader en moeder hun kind zo kunnen laten gaan, dan zal een hemelse Vader die alliefde is, haar toch alleen maar van harte ontvangen?
De ouders hebben ingestemd met publicatie van deze blog.