Dit blog kan ook beluisterd worden op soundcloud
Berouw komt altijd na de zonde. Daar kan ik mee leven. Als iemand al voor de zonde berouw heeft, dan zal hij die zonde meestal wel achterwege laten. Nee, berouw is betreuren dat je iets gedaan hebt, waarvan je pas achteraf inziet dat het stom is geweest.
Hoe zou dat nou zijn voor politici? Die mensen hebben ook een geweten. Willen die zich nu wel de haren uit het hoofd trekken, omdat ze zo dom zijn geweest de jeugdwet aan te nemen? Want de berichten over het mislukken van de transitie jeugdhulp naar de gemeentes liegen er niet om.
Extreme bureaucratie, wachtlijsten zelfs voor crisisopnames, privacy als een vergiet, gemeentes die inhoudelijke beslissingen nemen, toegenomen kosten en nog niet een begín van transformatie.
Er zullen vast ook dingen beter gaan. Als je dermate grote veranderingen invoert, dan moet je het al heel raar doen wil je ervoor zorgen dat echt alles achteruitgaat. Maar er zijn weinig mensen meer te vinden die nog durven beweren dat het succesvol verloopt.
Wat kun je doen als je een misser hebt begaan?
– Ontkennen dat het een misser is. De tekorten van de huidige situatie zijn echter zodanig dat dat geen houdbare positie is.
– Meer kans op succes heb je met erkenning dat het nu weliswaar niet best is, maar niet erkennen dat het sowieso niks is. Dan noem je het kinderziektes, aanloopproblemen en weet ik wat al. Van deze mogelijkheid wordt al volop gebruikgemaakt.
– Een variant daarop is: ‘We kunnen niet meer terug.’ De vraag hoe erg het is en hoe dom het is geweest, wordt daarbij uit de weg gegaan door te wijzen op de onomkeerbaarheid.
– Vaak beroepen mensen zich er ook op dat iets niet te voorzien was geweest. Het is inderdaad waardeloos, maar het had heel mooi kunnen zijn. De plannen waren geweldig, maar het zit allemaal erg tegen. Deze weg is echter wat betreft de overheveling van de jeugd-ggz naar de gemeentes absoluut afgesneden. Wat er nu gebeurt, is allemaal tot in detail voorspeld. Werkelijk elke organisatie met inhoudelijke kennis heeft in alle toonaarden gewaarschuwd, tot de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen toe. Ik heb me destijds verbijsterd afgevraagd waar 75 Eerste Kamerleden de euvele moed vandaan haalden om zonder veel kennis van zaken een wet aan te nemen waartegen zoveel verzet was vanuit deskundige hoek.
– Als laatste rest er de koninklijke weg: spijt en berouw tonen. We hebben het onderschat. We hebben niet geluisterd. Dat was dom van ons. Als ik maar een stamelend begin daarvan zou horen, dan ben ik de eerste om de hand over mijn hart te strijken en te zeggen: geeft niet, het was goed bedoeld. Volgende keer wel naar deskundigen luisteren. Zullen we dat afspreken en zullen we dan nu kijken hoe we deze puinhoop kunnen herstellen? Een snotterig ja zou voldoende zijn om mijn vertrouwen in de politiek, nou dat misschien niet, maar wel in de mensheid, te herstellen.
Maar ik hoor niks. Hélémáál niks.