Dit blog is ook te beluisteren op spottify
‘Lolly?’, zegt hij, me vragend aankijkend. Innerlijk zucht ik. Wat een moeilijke leerling! ‘Bijna goed’, zeg ik echter. ‘Maar het begint met een s. Denk maar aan de s van spijt.’
‘Solly’, zegt hij aarzelend, nog voor ik meer kan zeggen.
‘Dat is het bijna, maar de ellen zijn erren.’
‘Sorry, maar het zou onjuist zijn de jeugdwet een mislukking te noemen, want daarmee doen we geen recht aan alles wat er is bereikt. De transformatie laat iets langer op zich wachten, maar het idee was goed.’
Ik kijk hem indringend aan en zeg: ‘Nee, Hugo. Dit hadden we niet afgesproken. Gewoon sorry en meer niet. Het spijt me mag er nog achteraan, maar niet die hele riedel die het sorry ongedaan maakt.’ ‘Maar dan vinden ze me zwak’, protesteert hij. ‘Nee, juist niet’, leg ik uit. ‘Dat vinden mensen helemaal niet zwak, maar eerlijk. Daarover de volgende keer. Het is nu tijd. Thuis veel oefenen hè? Gewoon sorry. Punt.’ Op de gang hoor ik hem mompelen. ‘Sorry, maar… O nee. Sorry punt. Sorry punt.’
Het kabinet erkent dat veel kinderen niet tijdig de juiste hulp krijgen en gaat het stelsel wijzigen. In Trouw stond dat ik daar razend over was, maar ik reageerde eigenlijk op het vernietigende rapport over de kwaliteit van de jeugdbescherming. Ik was er razend over hoe slecht er destijds is geluisterd. In 2013 heeft werkelijk iedereen met verstand van zaken afgeraden de jeugdzorg en de jeugd-ggz onder te brengen bij de gemeentes (de transitie). Maar het idee was heilig en het geloof in de heilzaamheid ervan onaantastbaar. En nu zitten we met de ellende, die we met zijn allen hebben voorspeld en die we met een door 96 duizend mensen, ouders, leraren, zorgprofessionals, bestuurders en hoogleraren getekende petitie hebben proberen te voorkomen. De transitie zou leiden tot een transformatie. Nou, dat is gebeurd, maar een transformatie ten kwade.
Die erkenning dat het niet goed gaat is op zijn politieks. ‘Het zou te ver gaan om te zeggen dat de decentralisatie is mislukt’, zegt Hugo de Jonge. ‘Dat doet geen recht aan alles wat er is bereikt.’ Tja, zo geredeneerd is een 2 op een proefwerk geen onvoldoende, want dat doet geen recht aan wat je wél goed had. Ik vind het prima het geen totále mislukking te noemen, maar een mislukking is het wel. Als argument noemt De Jonge onder meer dat er meer jongeren in beeld zijn. Maar de doelstelling van de jeugdwet was toch óntzorgen en normaliseren? Ja, ook demedicaliseren. Dat is aardig gelukt, want goede specialistische hulp is steeds moeilijker te krijgen.
De oplossing ziet het kabinet in meer samenwerking afdwingen. Sorry, maar ik heb daar weinig vertrouwen in. Dit is een cynisch sorry. Dan mag er wel een maar achteraan. De samenwerkingsverbanden die er waren, zijn in korte tijd uiteengevallen. Wie betaalt bepaalt, dus als de gemeente de financier blijft, dan verwacht ik niets van afgedwongen samenwerking. Nou, toch wel. Ik verwacht dat het weer veel geld zal kosten. Dat miljard extra voor de jeugdhulp is zo op.
Ik vind dat de zorg terug moet naar de centrale overheid. ‘De overheid? Maar die had dit plan toch bedacht? Heb je er dan wel vertrouwen in dat ze dit kunnen?’ zul je zeggen. Daar heb je een punt, maar toch liever één centrale overheid dan 396 lokale overheden. ‘Zet dat maar uit je hoofd’, zei secretaris-generaal VWS Erik Gerritsen ons ooit eens. Maar ik zet het niet uit mijn hoofd. Goed centraliseren is de enige oplossing. En de muur is tenslotte ook gevallen. Al hoop ik niet dat het zó lang duurt.