Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud

Als je met zijn tienen een grote pan soep hebt en er komt nog iemand, dan doe je er wat extra water bij en dan kunnen er ook elf van eten. En als er nog een bijkomt, dan doen we er nog een beetje water bij. Maar ergens houdt het op. Dan wordt de soep slootwater.

Nee, ik ben niet een culinaire rubriek begonnen. Het gaat over de keuze tussen de rekkelijken en de preciezen, tussen pragmatisch en principieel. Hoeveel water kun je bij de soep doen? En dan heb ik het over de jeugd-ggz. De berichten over de problemen die de jeugdwet voor de gezondheidszorg voor jeugdigen met een psychische aandoening oplevert, stapelen zich op. Ik ga ze hier niet allemaal herhalen. Recentelijk schreef ik er nog over hoe wrang het is, dat het allemaal is voorspeld.

Collega René Kahn wees erop hoe schadelijk de scheiding tussen jeugd- en volwassenenpsychiatrie is voor vroegdiagnostiek en interventie. Het merendeel van de psychische aandoeningen begint voor het 20ste jaar. René Kahn noemt het niets minder dan een dwaling in wetenschappelijk, medisch en menselijk opzicht.

Kortgeleden wond een huisarts zich in dit blad op over het feit dat ouders in de bittere kou staan als hun kind psychiatrische hulp nodig heeft. Ze vond dat we dáárvoor zouden moeten staken in plaats van voor de pensioenaftopping. Ik wil best staken voor een betere jeugd-ggz, maar ik ben bang dat het niet helpt.

Ik weet eerlijk gezegd niet wat het beste is.

Op zich neig ik meer tot het principiële à la Rene Kahn. Het is een dwaling en we moeten alles op alles zetten om terugkeer in de gezondheidszorg te realiseren. Een groepje kinderpsychiaters die onlangs een website begonnen, zit ook meer op deze lijn. Ze maken zich ernstig zorgen over de dreigende teloorgang van de kinderpsychiatrie. ‘Maar is het haalbaar?’ vraagt de rekkelijke Realpolitiker. Er is echt alles aan gedaan om deze wet te voorkomen. Dat heeft niet mogen baten. Zou het nu wel kans van slagen hebben nu het niet meer om voorspellingen gaat, maar om rauwe werkelijkheid? Dat is erg de vraag. De politiek heeft dit destijds breed gesteund en die gaat nu echt niet al na twee jaar erkennen, dat het een dwaling was.

Er zijn ook anderen, die kiezen voor een pragmatische insteek. Het is nu eenmaal zo en we moeten er het beste van maken. Daaronder mensen die zich destijds ook uit man en macht tegen de wet hebben verzet, zoals Robert Vermeiren, de huidige voorzitter van de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Deze afdeling heeft recentelijk een campagne gelanceerd waarin ze oproepen tot een centraler beleid. De toon is verzoenend. Er zijn ook voordelen aan de wet. We moeten er het beste van maken en de knelpunten wegnemen. ‘Maar is dát haalbaar?’ vraagt de Prinzipienreiter in mij. Een centraler beleid krijgen met 393 gemeentes aan het roer? 393 kikkers in een kruiwagen?

Ik blijf vinden dat de zorg voor kinderen met een psychische aandoening net zo goed in de gezondheidszorg hoort als de zorg voor kinderen met een lichamelijke aandoening. Ik blijf hopen dat dat ooit weer werkelijkheid wordt. De muur is tenslotte ook gevallen. En ondertussen? Tja, zolang moeten we maar water bij de wijn… eh soep doen.

Gepubliceerd op Medisch Contact op 29 november 2016.

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.