Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud
Over psychofarmaca denk ik iets genuanceerder dan de titel van dit blog suggereert, maar in een titel moet je wat stellig zijn. Bovendien vind ik psychofarmaca echt een zegen voor de mensheid.
Natuurlijk moeten mogelijke voordelen worden afgewogen tegen mogelijke nadelen. Natuurlijk moet rekening worden gehouden met een te gunstige voorstelling van zaken door de farmaceutische industrie. En natuurlijk moet je kijken of andere behandelmethodes niet de voorkeur verdienen.
Ik probeer dat naar eer en geweten te doen. Als student was ik dwars genoeg om niet meteen te accepteren dat de reguliere geneeskunde de wijsheid in pacht had. Nog steeds probeer ik open te staan voor andere visies en ga ik dingen, die mijn mening ondergraven niet uit de weg. Dat is niet altijd makkelijk, maar aan een mening die niet klopt, heb je ook niks. Alles bij elkaar denk ik dat psychofarmaca een veel te negatieve pers hebben. De mensheid is beslist beter af sinds halverwege de vorige eeuw de psychofarmaca zijn ontdekt, die we nu nog gebruiken of afgeleiden daarvan. Ik ken niet één psychiater die daar anders over denkt. En misschien ook geen psychologen.
Die negatieve pers is echt een probleem als mensen om die reden afzien van een behandeling die hun lijden zou verlichten. En als ze het gevoel hebben dat ze zich moeten verdedigen omdat ze psychofarmaca gebruiken. Laatst gaf ik een lezing over open zijn over psychische problematiek door hulpverleners. Een toehoorder zei: ‘Over mijn depressie ben ik wel open, maar dat ik daarvoor medicatie gebruik, vertel ik niet. Daaraan kleeft toch nog het beeld, dat je een loser bent, omdat je het zelf niet kunt oplossen’.
Tja, helaas wordt dat inderdaad nog vaak zo gezien. Mensen die medicijnen gebruiken voor hun hart, hebben dat niet. Ik vind dat het ten aanzien van psychofarmaca zoals antidepressiva niet anders zou moeten zijn. Die naam is overigens verwarrend, want deze middelen worden ook gebruikt bij angststoornissen, dwangproblematiek en bij pijnklachten en slaapstoornissen.
Nu is mijn oordeel mogelijk beïnvloed doordat ik zelf antidepressiva gebruik vanwege mijn dwangstoornis. Ik kan nou wel zeggen, dat ik ook daarvoor al positief over antidepressiva dacht, maar dat klinkt toch een beetje zwak.
Daarom ben ik ook zo blij met het boek ‘Even slikken’ van psychiater Christiaan Vinkers en apotheker Roeland Vis (zie MC 40/2017: 24). Dan hoort u het ook eens van een ander. Ik ken Christiaan als een integere, slimme en betrokken psychiater, die het naar vindt dat patiënten, die deze middelen nodig hebben, zich onder druk gezet voelen. Christiaan is lid van de Jonge Akademie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Dat zegt niet alles, maar grote onzin uitslaan is niet direct een pre om tot die Jonge Akademie te worden toegelaten. Dat doet hij dan ook niet in bovengenoemde boek over zin en onzin van antidepressiva. Alle (voor)oordelen over antidepressiva komen keurig aan bod en worden gedegen besproken. Antidepressiva zijn niet het meest sexy onderwerp, dus dat het boek leest als een trein, wil wat zeggen. Ik was wel geschokt door de opmerking, dat haast niemand zich nog openlijk durft uit te spreken voor psychofarmaca. Dat het zo erg was, was mij ontgaan. Als dat al geldt voor hulpverleners, hoe is het dan wel niet voor patiënten? Des te beter, dat dit boek is verschenen. Nu is mijn mening over het boek natuurlijk ook gekleurd, maar ook Peter Moleman, voormalig hoogleraar psychofarmacologie en kenner van psychofarmaca bij uitstek, vond het uitstekend evenals Hans van der Ploeg, in de recensie in dit blad. Hè, hè. Vanaf nu hoeven we niet elke keer dat er weer een onheilsprofeet hel en verdoemenis predikt over psychofarmaca alles uit de kast te halen. Het laatste woord is er nu wel over gezegd.