Ooit zag ik in de spoeddienst een jonge vrouw. Ze was evident psychotisch. Ze had allerlei waandenkbeelden en hoorde ook stemmen. Dit beangstigde haar enorm. Toen wij haar voorstelden om medicijnen te nemen om weer grip op de werkelijkheid te krijgen, keek ze de vriend die haar vergezelde vragend aan.
Hij was geen onbekende van ons. We wisten dat hij een multi-user was. Hij snoof, slikte en spoot alles wat los en vast zat. Maar van reguliere medicatie moest hij weinig hebben. Hij was zeer wantrouwend en gaf aan geen voorstander te zijn van die chemische troep. Uiteindelijk wisten we hem toch te overtuigen van het belang en stemde zij ook in. Dat verminderde haar klachten en daarmee haar angst binnen enkele uren al aanzienlijk.
Psychofarmaca: ze hebben geen goede pers. Dat geldt voor antipsychotica, voor Ritalin en voor antidepressiva. Het zijn zeker middelen die bijwerkingen kunnen hebben (zoals alle medicatie). De farmaceutische industrie heeft zich – zeker in het verleden – schuldig gemaakt aan het onjuist presenteren van onderzoek, het te veel promoten van deze middelen en meer scha(n)delijks. Maar daar kunnen de psychofarmaca niks aan doen.
Ik heb al vaker betoogd dat er geen psychiater is die terug zou willen naar de tijd dat deze middelen nog niet bestonden. De bekende tegenstander van psychofarmaca Peter Gøtzsche wel, maar hij is geen psychiater. Gøtzsche wil de psychiatrie liever in zijn geheel afschaffen en vergelijkt zichzelf met zijn grootvader die Joden redde in de Tweede Wereldoorlog. Vergelijkingen daarmee vind ik niet kies, maar niets is Gøtzsche te gek in zijn missie.
Wie er meer over wil weten, moet zijn laatste boek maar lezen. Ik vind zijn beweringen gevaarlijk en schadelijk.
Wie echt een genuanceerd verhaal over antidepressiva wil lezen, kan beter terecht bij Hoe zit het nu echt met antidepressiva, een boek van psychiater Christiaan Vinkers en apotheker Roeland Vis.1 Zij hebben ook de website antidepressiva.nl in het leven geroepen.
Het boek geeft goede en objectieve informatie en dat is hard nodig, want mensen die deze middelen nodig hebben, voelen zich vaak schuldig dat ze ze gebruiken. ‘Gebruik je je medicatie wel?’, vragen mensen als je een lichamelijke kwaal hebt. Maar als je een psychische aandoening hebt, dan moet je je daarvoor vaak verdedigen.
‘Is dat nou wel goed, al die pillen? Je hoort daar zulke negatieve verhalen over.’ Vinkers en Vis gaan de negatieve kanten niet uit de weg, maar bespreken ook waarom het soms heel goed kan zijn om ze wel te gebruiken. Ieder moet zelf zijn keus maken, maar wel graag op basis van de juiste informatie. Die is te vinden in dit boek.
Ik maak nog even gebruik van de gelegenheid één wijdverbreid misverstand aan te stippen en dat is dat in Nederland 1 miljoen mensen antidepressiva gebruiken voor een depressie.2 1 miljoen is het aantal mensen dat in een jaar minstens een recept ophaalt en dus niet het aantal gebruikers op een moment. En bovendien worden deze middelen ook veel gebruikt in pijnbestrijding en bij angst- en dwangklachten.
180 duizend mensen gebruiken het langere tijd in verband met een depressie en dat lijkt niet overmatig, want zoveel mensen zijn er helaas wel met een forse depressie.
2. Eerder beschreven in deze blog .