Dit blog kan ook worden beluisterd op soundcloud

In de verhitte discussie die opgelaaid is naar aanleiding van Peter Gøtzsches boek ‘Dodelijke psychiatrie en stelselmatige ontkenning’ wordt steeds gesproken over 1 miljoen mensen die antidepressiva gebruiken. Met 8700 huisartsen en 3500 psychiaters leek 1 miljoen gebruikers me zo veel. Dat zouden er tachtig per arts zijn.

Laten we proberen het hoofd koel te houden en naar de cijfers kijken.

Het getal van 1 miljoen komt van de website van het Geneesmiddelen Informatie Project (GIP).

De definitie van een gebruiker is iemand die minstens één keer in dat jaar een recept heeft opgehaald. Als iemand overgaat naar een ander middel dan telt hij als twee gebruikers. Hoeveel dat er zijn is onbekend, dus dat zien we maar even door de vingers.

Mensen die minstens één recept ophaalden, dus alle mensen die nog een laatste recept ophaalden op 2 januari en alle mensen die hun eerste recept ophalen op 30 december gelden als gebruiker. Dat betekent dat het aantal gebruikers op een gegeven moment sowieso veel lager ligt dan 1 miljoen. Je moet bij cijfers over prevalentie altijd kijken naar de termijn waarin.

De uitspraak dat van alle Nederlanders er 99,99 procent zal overlijden is minder alarmerend als het over de honderdjaarsprevalentie gaat.

Als mensen gemiddeld een jaar lang antidepressiva ‘slikken’ – want psychofarmaca gebruik je niet, maar slik je – dan is de puntprevalentie 500.000.

Maar…mensen slikken helemaal niet gemiddeld een jaar antidepressiva. We weten dat van alle uitgeschreven recepten een deel al niet eens wordt opgehaald. Maar het gaat om afgeleverde recepten. Dacht u dat die allemaal braaf volgens voorschrift worden geslikt? Nee dus. Misschien een kwart gebruikt ze trouw!

En er is nog iets. Slechts de helft van die miljoen mensen, die minimaal een recept hebben opgehaald kreeg dat voor een depressie. De andere helft was voor pijnklachten of angst- en dwangstoornissen.

Dus 500.000 mensen halen minstens één keer in dat jaar een recept op van een antidepressivum in verband met een depressie, maar op een gegeven moment zal mogelijk minder dan 200.000 mensen een antidepressivum gebruiken. De rest is al gestopt, nog niet begonnen of gebruikt de opgehaalde medicatie niet.

Nu zijn er op een gegeven moment 800.000 mensen depressief. Dat is zo’n 5 procent van de bevolking. De helft daarvan heeft een ernstige depressie, dus 400.000 mensen. Deze mensen behandelen zonder medicatie is niet zonder risico’s.

400.000 mensen met een ernstige depressie en mogelijk dat maar de helft daarvan antidepressiva gebruikt in een voldoende dosering.

Zullen we de discussie verder voeren op basis van de juiste getallen? En zullen we dan meteen psychische aandoeningen serieus nemen? Serieus genoeg om althans de mogelijkheid dat die soms met medicijnen behandeld moeten worden open te houden? Zou fijn zijn.

Gepubliceerd op Medisch Contact op 22 december 2016.

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.