Peter Gøtzsche is boos. Zo begint Dick Bijl zijn voorwoord in ‘Dodelijke psychiatrie en stelselmatige ontkenning’. Gøtzsches vorige boek had ook al zo’n vrolijke titel: ‘Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad’.

Nou, ik ben ook boos. Niet omdat ik ervoor word uitgemaakt een dodelijk specialisme te bedrijven. Niet omdat wordt beweerd, dat ik dat stelselmatig ontken. Dat laatste lijkt me trouwens logisch. Wat verwacht Götzsche dan? Dat ik zeg: ‘Hallo, ik ben Menno Oosterhoff. Ik bedrijf een dodelijk specialisme, maar ik erken dat ruiterlijk’?

Nee, van die beschuldigingen word ik niet warm of koud. Als je geen kritiek verdraagt dan moet je geen psychiater worden. Dat wist ik toen ik begon en anders hebben 34 jaar werken in de geestelijke gezondheidszorg mij dat wel geleerd.

Nee, waar ik boos over ben is wat dit betekent voor de mensen die deze middelen nodig hebben. Mensen, die zich toch al zo vaak moeten verdedigen. Die zich van alles moeten laten aanleunen van stuurlui aan wal. Omdat psychische aandoeningen vaak niet begrepen worden zolang je het zelf niet hebt ervaren. Omdat gedacht wordt dat het een kwestie van wilskracht is. Omdat overmatig schuldgevoel vaak onderdeel is van deze problematiek en door dit alles nog eens wordt aangewakkerd.

Ik ben boos omdat ik bang ben dat mensen op grond van niet onderbouwde spookverhalen afzien van een middel dat hen kan helpen uit de hel die een depressie kan zijn. Omdat een Deense internist zegt dat psychofarmaca nutteloos en schadelijk zijn. Let wel: hij zegt niet ‘ze hebben lang niet altijd nut, ze hebben bijwerkingen en veel onderzoek deugt niet’. Dergelijke kritiek vind ik prima en terecht. Nee, hij predikt hel en verdoemenis: Ze zijn nutteloos. Je moet ze niet meer vergoeden. Ze verwoesten je seksleven. Ze zijn verslavend. Ze hebben moorden en zelfmoorden tot gevolg. En dat alles brengt hij als wetenschap, met een stelligheid die geen enkele goede wetenschapper zich aanmatigt. Dat brengt mensen in de war. En dit soort ongenuanceerde negatieve berichten over psychofarmaca zijn voedsel voor vooroordelen over psychische aandoeningen. Een depressie? O, dat is een dipje, die een beetje kerel even uitzit in plaats van grienend naar de dokter te gaan voor een pil.

Dát maakt mij boos.

Er zijn wel meer vreemde opvattingen over de geneeskunde, zoals het hardnekkige idee dat je door vaccinatie autisme krijgt. Of dat aids een verzinsel is van de dominante westerse wereld. Het blijft nodig die te weerspreken.

Vreemd genoeg weerspreekt Dick Bijl hem niet, ook al is hij hoofdredacteur van het geneesmiddelenbulletin. U weet wel. Dat blaadje met een wat vreugdeloze uitstraling dat we meegestuurd krijgen met Medisch Contact. Op de website kunnen we vinden dat het Geneesmiddelenbulletin in samenspraak met deskundigen in het veld objectieve informatie verschaft om rationele farmacotherapie te bevorderen. Welke deskundigen dat zijn als het psychofarmaca betreft is op de website niet te vinden. Op vragen daarover wordt niet gereageerd. Een psychiater zit daar volgens mij niet tussen.

Dick Bijl volgt Gøtzsche zonder enige kritiek. In zijn voorwoord schrijft hij:

Psychiaters schrijven massaal psychofarmaca voor die vaak meer bijwerkingen en sterfte tot gevolg hebben dan dat ze bijdragen aan een beter leven van de patiënten. Bovendien schrijven psychiaters geneesmiddelen op onjuiste gronden voor, met zelfmoorden en moorden als gevolg. Volgens

Gøtzsche overlijden in Europa en de VS jaarlijks circa 500.000 patiënten door het gebruik van psychofarmaca.

500.000?, Jaarlijks? Dat is 4 procent van het totaal aantal sterfgevallen. En dat zonder enig onderzoek dat dit onderbouwt, zelfs geen slecht onderzoek.

Zeer stellige en vergaande uitspraken. Is dat onafhankelijke en objectieve informatie, die rationele farmacotherapie bevordert?

Er is veel over te zeggen. Te veel voor een blog. Voor het volledige verhaal over zin en onzin van antidepressiva verwijs ik naar het boek Even slikken, dat binnenkort uitkomt. Van twee echte wetenschappers, waarvan één ook nog eens echte mensen behandelt.

Götzsche vindt het geen probleem dat hij zelf geen patiënten met een depressie behandelt.

Ik wel. Want die mensen weten:

– dat dé depressie niet bestaat. Het is een zeer heterogene groep,
– dat uitkomsten van RCT’s lang niet zaligmakend zijn voor gepersonaliseerde geneeskunde,
– dat Ioannidis heeft uitgelegd dat veel medisch-wetenschappelijk onderzoek waardeloos is,
– dat de afwezigheid van bewijs niet hetzelfde is als bewijs van afwezig effect,
– dat antidepressiva geen goede naam is. In de klinische praktijk kijken we verder dan classificaties (transdiagnostische benadering). Antidepressiva worden ook voor neuropathische pijn, angst- en dwangstoornissen en slaapproblemen voorgeschreven,
– dat er altijd mensen spontaan beter worden, maar dat zolang we niet weten waardoor, we die mensen ook behandelen. Bij een longontsteking ging vroeger de helft dood en de helft niet. Nu gaan er bijna geen mensen meer dood omdat iedereen behandeld wordt met antibiotica. Voor de helft is dat dus overbodig? Zou Bijl dat bedoelen als hij zegt dat de 8700 huisartsen en de 3500 psychiaters in Nederland er in 98 procent van de gevallen naast zitten, als ze antidepressiva voorschrijven?
– dat het placebo-effect geen nepeffect is, maar echt, en dat we dat niet zomaar kunnen wegcijferen of langs andere weg bereiken,
– dat jaarprevalentie van ooit een recept hebben opgehaald (de definitie van gebruiker in het GIP) iets anders is dan puntprevalentie van actieve gebruikers. Misschien wel 30 procent van de opgehaalde medicatie wordt nooit gebruikt. Veel mensen stoppen al snel.
Zij weten dat, zoals prof. Jim van Os zei in het debat met Gøtzsche in de Balie, we uit het rommelige geheel van kennis voorzichtige en voorlopige conclusies moeten trekken.

Zij verkopen geen gevaarlijke onzin.

Gepubliceerd op Medisch Contact op 22 december 2016.

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.