De tragiek van veel menselijk leed is dat ze ongezien blijft. Deze uitspraak van de Britse schrijver Hector Hugh Munro (1870-1916) geldt zeker voor het leed dat door psychische aandoeningen wordt geleden. Het wordt niet gezien en niet begrepen.

Over de veranderbaarheid van je innerlijke beleving denken we namelijk veel te makkelijk. Want ons innerlijk kan net zo ‘hard’ zijn als de buitenwereld. Ik zeg wel eens: ‘In je ingeving staan ook bomen’. Daarmee bedoel ik, dat je niet alleen een omgeving aantreft, maar ook een innerlijk, wat ik dan even ingeving noem. Beide zijn gegevenheden, die niet zo maar even naar believen zijn te veranderen. Bomen kun je niet zomaar verplaatsen, ook niet als ze in je innerlijk staan. We kunnen onze lengte of lichaamsbouw niet zo maar even veranderen en ons karakter evenmin.

Meewerken

Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand, die je jaren niet gezien hebt, tegen je zegt: ‘Je bent nog precies dezelfde. Niks veranderd’. En dat terwijl je al die tijd dagelijks geprobeerd hebt een betere versie van jezelf te worden. Nee, zo veranderbaar is een mens niet.

Nu is dat voor kleine hebbelijkheden geen drama, maar als er sprake is van belevingen, die je welbevinden en functioneren ernstig verstoren dan is het minder. Het hebben van een psychische aandoening is vaak een forse belasting, soms zelfs ondraaglijk. Gelukkig zijn de laatste zestig jaar betere behandelingen gekomen, maar die hebben niet altijd resultaat en vaak dan ook nog niet volledig. Misschien dat we daarom wel (te)veel van de patiënt zelf verwachten. ‘Je moet het zelf doen. Je moet het wel willen. Je moet wel meewerken…’

Ik denk niet dat mensen met lichamelijke aandoeningen dat zo vaak te horen krijgen. Dat je niet zo maar even minder verlamd kunt doen, snapt een ieder. Maar in feite geldt hetzelfde voor minder depressief doen of minder psychotisch. Dat heb je niet zelf in de hand. Je kunt je zelfs afvragen of je je best doen zelf in de hand hebt, maar nu komen we bij de vrije wil. Dat bewaren we voor een andere keer.

Beperkingen

Feit is, dat er beperkingen zijn aan wat je met je wil kunt bereiken. Wat het extra lastig maakt is dat de ‘bomen’, die we in ons innerlijk aantreffen, niet zichtbaar te maken zijn. Want dan zouden we makkelijker begrijpen met welke problemen iemand te maken heeft. Dit alles maakt niet alleen dat anderen te makkelijk oordelen, maar dat ook mensen, die zelf een psychische aandoening hebben, zich schamen en het gevoel hebben dat ze falen. En dat terwijl ze veel meer moeite moeten doen voor minder uiterlijk resultaat. Het is niet eerlijk verdeeld in de wereld. Daaraan kan ik weinig doen. Ik kan wel proberen duidelijk te maken, dat ook al zie je niks aan iemand er wel degelijk ernstige problemen kunnen spelen waardoor iemand ernstige gehinderd wordt in zijn functioneren en welbevinden. Geluk is geen keuze. Dat heb je… of niet.

Psychische aandoeningen zijn net zo echt als lichamelijke. Het is eigenlijk verwarrend dat er gesproken wordt van psychische aandoening. Dat wekt de indruk, dat de hele aandoening psychisch is. In feite zijn alleen de symptomen dat. Er zijn vooral psychische symptomen, symptomen in de innerlijke beleving.

Symptomen

Die komen overigens ook voor bij lichamelijke aandoeningen, maar daar zijn vooral symptomen in de lichamelijke functies. Het zou veel helderder zijn te spreken van aandoeningen met vooral problemen in de beleving en aandoeningen met vooral problemen in het functioneren van het lichaam. Zelfs dan ben je er nog niet, want de hersenen zijn ook onderdeel van het lichaam en problemen in het functioneren daarvan geven juist bij uitstek psychische symptomen.

Maar goed. Ik ben bezig met een boek erover en wie weet kom ik nog tot een betere beschrijving. Voor nu is genoeg als je onthoudt dat een psychische aandoening niet minder concreet is dan een lichamelijke. ‘Je ziet anders niks aan je’ maar het is er wel degelijk.

 

gepubliceerd op meer over Medisch op 27 NOVEMBER 2020

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.