Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud
Vaak kom ik tegen dat mensen niet kiezen voor een beroep in de zorg, omdat ze denken dat je dan veel met mensen bezig moet zijn. Maar dat is helemaal niet meer zo. Dat was vroeger, maar de moderne ontwikkelingen zijn niet aan de zorg voorbijgegaan.
Ik wil dit misverstand graag uit de wereld helpen.
We beginnen met de overhead. Als je daarin werkt, dan hoef je helemaal nooit een patiënt te zien. In de zorg werkt wel 30 tot 40 procent van de mensen in dit soort functies. Als je geluk hebt, kun je meteen in zo’n functie starten. Maar niet getreurd als dat niet mogelijk is. Je moet het wel heel bont maken als je niet binnen een paar jaar naar zo’n functie doorgroeit.
Het mooie van zoveel mensen die zich bezighouden met wat andere mensen doen, is dat ze heel slim zijn in het verzinnen van allerlei regels over dingen die jij mag bijhouden. Dus je hoeft niet bang te zijn dat je ooit om administratie verlegen zit. Zo lieten verpleegkundigen mensen met pijnklachten die lagen te slapen vroeger met rust. Maar dan hadden ze niks te administreren. Nu heeft een slimme jongen van de afdeling Kwaliteit bedacht dat je mensen met pijnklachten ook op meerdere momenten van de dag een vragenlijst kunt laten invullen om de ernst van hun pijnklachten aan te geven. Dat kun je dan allemaal goed verantwoorden in het dossier en het levert heel veel werk op. Dus nu mogen ze slapende mensen wakker maken om een vragenlijst in te vullen. Daarna is er weer heel veel administratie om ervoor te zorgen dat die lijst goed ingevoerd wordt in het elektronisch dossier.
Ik zal het niet mooier voorstellen dan het is. Niet iedereen heeft het geluk terecht te komen in een overheadpositie. Vooralsnog wordt het geld nou eenmaal verdiend door het behandelen van patiënten. Maar ook daarbij zijn er mogelijkheden volop om dat toch tot een aangename bezigheid te maken. Stel dat je huisarts wordt. Tegenwoordig hoef je je patiënten amper meer aan te kijken! Het grootste deel van de tijd kun je naar het computerscherm kijken en je kunt gewoon typen waar de patiënt bij zit. En als de dag dan voorbij is, heb je nog genoeg administratie om de hele avond en – niet onbelangrijk – het hele weekend door te komen.
Ook als specialist zijn er mogelijkheden genoeg het contact met mensen tot een minimum te beperken. Ja, precies. Door e-health! We hebben het maatschappelijke tij mee. In het Nationaal Zorgdebat waren politici het er unaniem over eens dat het directe contact met patiënten fors moet worden teruggedrongen. Onze eigen minister van Volksgezondheid droomt zelfs van een contactvrije zorg. Lege parkeerterreinen bij de ziekenhuizen. Het contact allemaal via de computer en apps op de telefoon. Er zijn heel veel bedrijven die hiermee bezig zijn. Dus je hebt een wirwar aan producten, die allemaal weer anders werken en waarmee je je uren kunt vermaken om dat allemaal uit te zoeken.
En of dat allemaal nog niet genoeg is. Als je wel een keer echt contact hebt, dan mag je weer heel veel tijd besteden om dat minutieus in het dossier te zetten. Formeel is zo’n dossier er voor de behandeling, maar in de praktijk is het allang uitgegroeid tot een economische en juridische verantwoording van alles wat je doet. Zelfs als je iemand hebt opgebeld die niet opnam, kun je dat in het dossier zetten. En dan moet je ook weer ergens registreren dat je daar tijd aan hebt besteed, wat ook weer tijd kost, die je ook weer mag registreren. Maar het gaat nog verder. Zelfs al had je helemaal geen contact, dan nog kun je tijd registreren. Als je alle aantekeningen gaat doorlezen, mag je in het dossier zetten: dossier doorgenomen en dan mag je daar weer tijd voor registreren. Haast een soort droste-ervaring toch?
Je hebt helaas altijd mensen die niet mee kunnen gaan met hun tijd. Zo is er nu een groep, die de ROM als benchmark wil afschaffen. De ROM als benchmark, onze administratieve topprestatie van de laatste tien jaar! Als dat door zou gaan, komt er heel veel tijd vrij. Wat willen ze in vredesnaam doen met al die tijd?
Patiënten spreken?