Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud

Zojuist zag ik deze tweet van Jaap de Bruijn, woordvoerder van zorgverzekeraar VGZ. Of, zoals hij zelf zegt: ‘Oliemannetje van de Coöperatie VGZ’. Formeel heeft hij gelijk. Zorgverzekeraars zijn coöperaties. Wat daarvan in de praktijk merkbaar is, is vers twee. Dat van dat oliemannetje vond ik wel leuk. Smeren als het ergens piept. Iets verderop noemt hij het wat deftiger reputatie- en stakeholdermanagement. Maar dat vloekt met elkaar. Of je bent een oliemannetje of je bent een reputatie- en stakeholdermanager. Maar goed. Jaap is een positief ingesteld mens, voor zover je dat kunt opmaken uit iemands tweets. Vergeleken bij hem vind ik mezelf vaak een azijnpisser met altijd maar zure kritiek of bedenkingen.

Maar deze keer kon ik ook positief zijn. Kijk maar.

Het gaat om de bepaling dat zorgaanbieders ROM-gegevens moeten aanleveren. In de bijlage staat zelfs: Wij begrijpen de landelijke discussie over ROM en privacy.

Ik ben daar enthousiast over. Er is naar ons geluisterd en er wordt zelfs een bepaling uit de zorgovereenkomsten geschrapt. Misschien ben ik naïef en is een kinderhand gauw gevuld, maar ik betrap mezelf toch op warmere gevoelens voor de zorgverzekeraar dan gebruikelijk. Zou dat te maken hebben met het feit – en nu komt de bekentenis waar je natuurlijk nieuwsgierig naar was – dat ik enkele weken terug een gesprek had met het hoofd zorginkoop van Menzis? Dat ging over dat plan te vergoeden op basis van cijfers, die echter amper een relatie hebben met prestatie. Ik vond het een aardige man en een prettig gesprek. Ik had het idee dat hij echt wilde weten wat ons bezwaar was. Nu kun je natuurlijk denken, dat het een charmeoffensief was om de criticasters te beïnvloeden. Doodknuffelen noemen ze dat. Zoals je, als je dochter thuis komt met een jongen die je beslist niet ziet zitten, die jongen de hemel in moet prijzen. Maar goed. Zo voelde het gesprek met die man van Menzis niet. En zo wantrouwend wil ik ook niet in het leven staan. Mijn vader heeft me geleerd dat je beter te vaak te goed van vertrouwen kunt zijn dan te vaak wantrouwend. Tot nu toe bevalt dat prima. Maar zo’n gesprek heeft wel invloed. Dat past ook helemaal in de visie die ik steeds verkondig aangaande psychische aandoeningen. Het beste tegen vooroordelen werkt als iets een persoonlijk gezicht krijgt. Het werkt overigens niet alleen tegen vooroordelen, maar ook tegen oordelen. Sinds get gesprek vind ik het toch wat lastiger heel kritisch te blijven en bekijk de zorgverzekeraar wat welwillender. Hetzelfde heb ik met VWS. Die zijn heel aanspreekbaar als het gaat over kritiek op de praktijk van de jeugdwet. De secretaris-generaal – dat is nog eens wat anders dan oliemannetje – Erik Gerritsen, ook al zo’n positief ingesteld mens, was gister nog behulpzaam. Het ging over het probleem dat als jongeren 18 worden de zorg vanaf dan door de zorgverzekeraar moet worden betaald en dat dat niet altijd zonder problemen gaat. In de strijd over de transitie van de jeugd-ggz stonden Erik en ik destijds lijnrecht tegenover elkaar. En nog. Hij heeft er nog steeds vertrouwen in. Ik vind het drama elke dag meer duidelijk worden. Maar als hij dan wel bereid is mee te denken over de oplossing van dít probleem dan wordt kritisch blijven over de rest toch wat lastiger. Ik begreep dat Arjen Lubach ook geen contact wil met mensen op wie hij kritiek heeft in zijn programma. Als je iemand kent dan brand je hem toch wat minder vrolijk af. En we weten ook dat zelfs het aannemen van een pen van een farmaceutische industrie je al wat gunstiger stemt. Tja, zo gaat dat soort dingen. Dan weten jullie even hoe het komt, als ik straks opeens de zegeningen van de transitie en de marktwerking bezing. Gewoon doodgeknuffeld.

Gepubliceerd op Medisch contact op 05 oktober 2018

Menno Oosterhoff

Psychiater, spreker en schrijver van het boek Vals Alarm.