Het grootste inzicht waartoe ik in mijn leven tot nog toe ben gekomen is, dat de waarheid in het midden ligt. Zo op het eerste oog een wat teleurstellend hoogtepunt van een leven waarin ik best veel tijd besteed heb om erachter te komen waartoe wij op aarde zijn. Maar eenvoud is het kenmerk van het ware. Ja, ook dat past op een tegeltje.
Waarom deze inzichten meer diepgang hebben dan zo op het eerste gezicht lijkt’ leg ik graag nog een keer uit, maar nu zal ik het alleen demonstreren aan de hand van al het stof dat er is opgewaaid over benchmarken met ROM-data. Niet afhaken. Ik geef toe. Het is niet direct een sexy onderwerp, maar gun me iets langer voordeel van de twijfel.
Er is niks tegen verantwoorden, er is niks tegen zekerheid willen en je kunt ook te goed van vertrouwen zijn. Maar te veel moeten verantwoorden, te veel op zeker spelen en iedereen wantrouwen om die ene rotte appel eruit te halen is doorgeschoten. Dan heb je het juiste midden gepasseerd.
In een tweede blog om het gebruik van ROM als benchmark te verdedigen, geeft Jeroen Muller ook blijk van dat wantrouwen. Hij spreekt over een vrijbrief voor de professionele autonomie, alsof het vragen om moeilijkheid is. Dat staat haaks op de governance code waarin juist opgeroepen wordt te vertrouwen op het professioneel handelen en oordeel van medewerkers.
Daarom riep ik in dit blog directies op hun medewerkers te vragen wat ze van ROM als benchmark vinden. Jeroen Muller komt nu met een Red-ROM-beweging aan, maar ik heb niet de indruk, dat die het gevolg is van massaal gebleken steun na een anonieme enquête of een ledenraadpleging van het NIP. Wat is er wel bekend over de Red-ROM-beweging? Nou niks eigenlijk.
Muller vraagt zich af waarom de verschillen zo moeten worden uitvergroot. Omdat ze heel groot zijn. De groep StopROM wil dat levering van ROMdata aan de SBG per direct stopt. Muller erkent dat het afdwingen van ROMs zonder dat mensen de zinvolheid ervan inzien de manier is om het om zeep te helpen. Maar de oplossing die hij voorstelt is meer klinische ROM.
Hier raakt hij mij kwijt. De lol van de klinisch ROM is bedorven door de verplichte benchmark ROM en dat moet opgelost door meer klinische ROM? Maar daarmee is de storende invloed van het verplicht benchmarkROM toch niet weg? Het is met ROM net als met cholesterol. Je hebt slecht cholesterol en goed cholesterol. Zo heb je ook slechte ROM- de benchmarkROM en goede ROM- de klinisch ROM. Door de klinische ROM te verhogen ben je nog niet van de kwalijke effecten van de slechte ROM af. Bovendien verdringt de slechte ROM de goede ROM.
Verderop stelt Muller dat het alternatief niets doen is. Ten eerste is dat onzin. Wij geven al de aanzet tot een andere manier van kwaliteitsbevordering. Ten tweede kun je sowieso beter uit een bus stappen die naar de afgrond rijdt, ook als er niet direct een andere bus staat.
Welke afgrond? Die van de Delta-T zorg. Zorgverzekeraars, die per 2020 in gaan kopen op de Delta-T. Muller sprak in 2014 de verwachting uit dat verzekeraars de huidige ROM niet misbruiken in het proces van selectieve inkoop. Wat zegt de zorgverzekeraar zelf in haar reactie op het rapport van de rekenkamer: “Zo wordt onderzocht op welke wijze men ook nu al afspraken kan maken met instellingen over het stimuleren van kwaliteitsmanagement op basis van uitkomstgegevens.” En zorgafspraken waarbij de plaats op de delta-T ranglijst meespeelt bestaan al.
In 2015 schreef Jeroen Muller een blog waarin hij blijk gaf van een meer realistische visie. Ik hoop dat hij zijn eigen gelijk daarin weer gaat zien.