Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud
– Er gaat heel veel geld om in de ggz.
– Klopt.
– We willen graag weten of dat geld doelmatig wordt besteed.
– Logisch.
– Daarom willen we gaan meten wat de kwaliteit is van de zorg die geleverd wordt.
– Ook logisch.
– En dat dan ook voor anderen zichtbaar maken. Zodat de sector transparant wordt.
– Beetje managementtaal, maar soit.
– De vraag wat kwaliteit eigenlijk precies is in de ggz is erg moeilijk en slaan we daarom over.
– Ja, maar je zult toch eerst moeten bepalen wat je wilt meten.
– Omdat we niet definiëren wat kwaliteit is, hoeven we de vraag hoe je dat kunt meten ook niet te beantwoorden.
– Dat klopt wel, maar wat wil je dan?
– Wat kunnen jullie wel meten?
– Nou van alles, maar wat heeft dit nog te maken met het inzichtelijk maken van de sector?
– Jullie meten toch al met de Routine Outcome Monitoring?
– Ja, maar dat is als ondersteuning in een individueel behandeltraject. Dat is niet geschikt om kwaliteit te meten. Dat hebben de acht kernhoogleraren in 2012 duidelijk gezegd.
– Goed, dan gebruiken we de ROM.
– Ik denk dat je me niet goed hebt verstaan. Ik zei, dat de ROM níet geschikt is.
– Jullie moeten je als sector echt presenteren, anders worden jullie niet serieus genomen. We gaan gewoon aan de slag met de ROM en we zien wel.
– Hoe bedoel je: we zien wel?
– In 2019 komt er een aangepast model van prestatiebekostiging. Dan moeten we iets hebben op basis waarvan zorg ingekocht gaat worden.
– Ja, maar wat heeft dit nog met kwaliteit te maken?
– Jij denkt te defensief. Je wilt je niet verantwoorden, je wilt geen kwaliteit meten. Dat is een hopeloos verouderde manier van denken.
De rest van het gesprek ontaardde in ruzie. Ik begon te vragen hoe transparant zorgverzekeraars zijn, wat hun kwaliteit is, hoe je dát kunt meten, hoe zij zich verantwoorden. Dat was niet netjes van mij. Terwijl ik nog wel zo onder de indruk was van Michelle Obama’s: When they go low, we go high.
Op dit moment worden op grote schaal ROM-gegevens geleverd aan de Stichting Benchmark GGZ. Vriend en vijand zijn het erover eens dat die gegevens niet geschikt zijn om instellingen te vergelijken. Toch gebeurt dat al volop, zoals dit vrolijke nieuwsjaarsfilmpje laat zien.
Als je je gaat bewijzen met troebele cijfers dan word je echt niet transparant. Integendeel. Liever geen cijfers dan cijfers die totaal niet kloppen. Want dan is het risico, dat het beleid gericht wordt op het verbeteren van de cijfers. Dat gebeurt nu al, zoals het filmpje laat zien. Maar zolang niet duidelijk is wat die cijfers te maken hebben met kwaliteit, weet je helemaal niet wat je doet.
Sterker nog. Er zijn legio manieren te bedenken waarmee je deze cijfers gunstiger kunt krijgen terwijl de kwaliteit van de hulpverlening daalt. Mensen gaan behandelen, die ook vanzelf beter worden bijvoorbeeld. Mooie cijfers, maar duur en onnodig. Complexe patiënten weigeren, omdat die je score drukken. Mooie cijfers, maar slechte zorg.
Juist omdat de kwaliteit van de zorg ons ter harte gaat, willen we niet dat die gemeten wordt op een volstrekt onwetenschappelijke manier. Als we als sector niet serieus genomen willen worden, dan moeten we vooral hierin meegaan. Het onafhankelijke rapport van de Rekenkamer laat weinig heel van deze praktijk.
Juist omdat de kwaliteit ons ter harte gaat, betreuren we het dat alle inspanning gericht is op het verkrijgen van de verplicht aan te leveren gegevens. Dat is ten koste gegaan van gebruik van de ROM, waarvoor het oorspronkelijk is bedoeld, namelijk in het behandelproces.
Intussen hebben 2900 patiënten, psychiaters, psychologen en verpleegkundigen de oproep getekend om te stoppen met ROM als benchmark; onder hen ook 26 hoogleraren uit onze beroepsgroep. Sommige mensen maken zich zorgen wat dit voor de beeldvorming omtrent de ggz betekent. Ik deel die zorg, maar ik maak me nog veel meer zorgen wat het betekent voor de ggz als we dit schip niet keren. Het roer moet echt om. In de ggz én in de hele zorg.
Heer, sta de ggz bij.