Psychiatrie mag zich verheugen in een warme belangstelling. Kom daar maar eens om als keel- neus- en oorarts of darmspecialist. Niets ten nadele van het strottenhoofd of de darmen, maar het zielenleven spreekt veel mensen toch meer aan. En niet alleen dat. Iedereen heeft er ook nog een mening over, al is dat niet onverdeeld positief. Zo lees ik regelmatig, dat de (geestelijke) gezondheidszorg in crisis is, omdat we teveel naar binnen zijn gekeerd. Dat wil ik natuurlijk niet zijn, maar ik snap niet precies wat ik fout doe. Maar dat hoort er vast bij.
Recent volgde ik een cursus filosofie en psyche. Ik ben bang, dat dat ook nogal naar binnen gekeerd was. Het ging immers over vragen als:
• Hoe verhoudt onze onstoffelijke(?) innerlijke beleving zich tot de stoffelijke hersenen (1). Het Mind-Brain probleem.
• Wanneer zie je gedrag als slecht en wanneer als ziek.? Medisch –moreel model.
• Bestaat de vrije wil? Hoe zit het met toerekeningsvatbaarheid/wilsbekwaamheid.
• Zijn psychische aandoeningen echte ziektes of door de mens bedachte constructen?
• Wat is het goede om te doen? Ethiek.
Geen eenvoudige vragen, maar topsprekers en we hadden vijf dagen. Nu had Ik al een donkerbruin vermoeden, dat om van filosofie te houden je geen antwoorden moet willen, maar dol op vragen moet zijn. Dat vermoeden werd niet gefalsificeerd. “Oh, dus het klopte”, zult u zeggen, maar zo simpel werkt het niet in de wetenschapsfilosofie. In de wetenschap gaat het niet om zekerheid over wat waar is, maar zekerheid over wat niet waar is.Het congres was boeiend, maar na een paar dagen begon het boerenverstand op te spelen.
We spraken steeds over onze onmacht om strikte grenzen te stellen. Waar houdt normale variatie op en begint ziekte? Hoe maatschappijafhankelijk is dat? Een gebroken been is een gebroken been, of je het nu in Azië of Europa breekt,, maar brutaal, vreemd of anders zijn is sterk afhankelijk van de context.
Maar als we nu eens niet naar de grensgebieden kijken, maar naar de uitersten. Mensen, die denken, dat ze dood zijn (syndroom van Cotard) meestal in het kader van een psychotische depressie. Moeders, die hun kind over balustrade gooien en vaak zichzelf daarna, omdat ze menen dat de duivel hen belaagt (postpartumpsychose). Een medisch student, die met behulp van anatomische boeken probeert zijn eigen bijnier te verwijderen (zondewaan). Kinderen, die geen enkel contact maken met hun ouders (autisme)
Ik vind het een grote verworvenheid, dat we deze verschijnselen beschouwen als een psychische aandoening. En dat we het met begrippen als depressie, psychose een beetje kunnen plaatsen. Daarover heb ik weinig filosofische hoofdbrekens. Het lijkt me ook waarschijnlijk, dat in het meest complexe orgaan wat we hebben, het brein, verstoringen optreden, net als in de nier, de darmen en het strottenhoofd. We kunnen die bij veel psychische aandoening nog niet aantonen. Maar we zijn pas 20 jaar bezig.
“Even sharen”, mailde iemand me laatst. Ik vond het nogal belachelijk klinken, maar ik denk nu, dat deze man juist niet naar binnen gericht was. Daarom “share” ik hierbij mijn boerenverstand-conclusies :
• Stof-geest: De innerlijke beleving bestaat. Van de rest ben ik iets minder zeker.
• Vrijheid: Ik heb het gevoel, dat er wel iets te kiezen valt, maar veel minder dan we denken.
• Verantwoordelijkheid: Als je niet weet hoe vrij iemand is dan kun je over toerekeningsvatbaarheid en wilsbekwaamheid geen zekere uitspraken doen, maar er zijn wel werkbare criteria.
• Ziekte: Psychische aandoeningen bestaan. Denk ik. Psychisch leed bestaat. Weet ik zeker. (2)
• Ethiek is ingewikkeld. Weeg zorgvuldig af. Overleg met anderen.
En het in de titel beloofde antwoord op alles? Niets staat vast. Welke mening je ook hebt. Er is altijd wel een expert die het met je eens is. Dat is een prettig idee, toch?