Dit blog is ook te beluisteren op soundcloud<
Het is altijd afwachten hoe een blog valt. De titel is daarbij heel belangrijk. Iets wat seks suggereert is altijd goed voor meer lezers. Maar die truc kun je maar een enkele keer toepassen. Wat nog meer de aandacht zal trekken valt moeilijk te voorzien.
Toen ik met mijn uitgeefster overlegde welke titel voor mijn boek het meest pakkend zou zijn merkte ze op: ‘Als ik dat zeker wist dan had ik de formule voor een bestseller.’ Mijn vrouw viel het laatst op dat juist de blogs die zij maar matig vindt, het vaak heel goed doen. Het hangt een beetje af van de stemming tussen ons welke conclusie ik daaraan verbindt, maar het geeft mij niet de sleutel om altijd goed gelezen blogs te schrijven. Dat is weliswaar niet mijn ultieme doel, maar ik zou liegen als ik zou zeggen dat het me helemaal niet uitmaakt.
Vorige week schreef ik een blog over het stof-geest-probleem. Ik vond het wel opwindend om duidelijk stelling te nemen tegen het standpunt dat we slechts ons brein zijn. Ook de titel leek me prikkelend. Maar de blog werd amper gelezen. Collega Bonte was nog zo vriendelijk te reageren, en zei dat het probleem al heel oud is en dat hij geen geestelijke wereld nodig heeft om zich te verbazen. Maar verder werd er kennelijk niemand warm of koud van.
Ik heb mijn kinderen ook nog maar eens gevraagd of zíj willen weten hoe ik denk over de zin van het bestaan, het hiernamaals en de vrije wil. Nee dus. Ik begrijp daar niks van. Mij boeit het mateloos hoe stof en geest zich verhouden. Als collega Bonte zegt dat hij geen geest nodig heeft om zich te verbazen over de complexe brij die hem elke dag laat opstaan, dan denk ik meteen: Wie in die brij laat wat opstaan? Toch meer dan die brij zelf? Wie verbaast zich? Wie heeft geen geest nodig?
De vragen hangen voor mij samen met de vraag naar de zin van het leven, de ethiek, de vrije wil, het hiernamaals. Enerzijds tamelijk abstracte onderwerpen, maar anderzijds wordt het kennelijk door veel mensen wel zo belangrijk gevonden dat ze er oorlogen over beginnen en ervoor willen sterven. Even voor de goede orde: dat vind ik beslist geen reclame voor geloven, maar wel een teken dat ik niet helemaal de enige ben die zich er druk over maakt.
Geloven was in mijn jeugd vooral een benauwende ervaring, maar het bood ook hoop, gaf zin, en een eeuwig perspectief. En je wist waar je aan toe was. Ik heb me aan die benauwenis ontworsteld, maar ben daarbij ook de zekerheid verloren. Anders dan collega Bonte mis ik dat. Met het ouder worden neemt dat weer toe. Ik wil nu eindelijk de regels van het spel weleens weten. En dan te bedenken dat ik goocheltrucs niet eens doorzie. Als ik daarbij illusie en waarheid nog niet kan ontrafelen, dan kan ik het bij meer complexe dingen helemaal wel schudden.
Dat klinkt allemaal gekwelder dan het is. Hoewel ik in het duister tast over de grote vragen verhindert dat me totaal niet om druk rond te scharrelen in het leven. En het overgrote deel van mijn belevingswereld is gevuld met trivialiteiten: ik heb zin in een kop koffie, wat een interessant boek, het was een gezellige avond, trots omdat het veulen van mijn dochter dagkampioen werd (van drie veulens). Zuerst kommt das Fressen und dann kommt die Moral.
Ik zou graag weten hoe het allemaal precies zit. Maar dat weet ik pas als ik dood ben. Zo graag wil ik het nou ook weer niet. Liever leven in onzekerheid dan de zekerheid erna. Zekerheid in het leven is kennelijk te veel gevraagd.