Toen ik onlangs deze open brief aan de leden van de Eerste Kamer van zeven jaar geleden weer zag, was ik opnieuw onder de indruk van de enorme steun die wij toen kregen om te voorkomen dat de jeugd-ggz zou worden overgeheveld naar de gemeentes. Het mocht alleen niet baten. Ik was destijds wel ontdaan doordat de politiek blind en doof was voor argumenten van deskundigen. Zelfs een dringend negatief advies van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) werd genegeerd.
Inmiddels is de jeugdwet ruim zes jaar van kracht en de ravage die het heeft aangericht overtreft zelfs onze voorspellingen. De inspectie schrijft het ene na het andere vernietigende rapport. De gemeentes zoeken naar bemiddeling tussen hen en het rijk omdat ze 1,7 miljard tekortkomen. Ze zijn nu hevig verontwaardigd dat het rijk niet over de brug komt, maar zeg niet dat ze niet gewaarschuwd zijn. Gelijk krijgen is altijd fijn, maar zo achteraf en zo ten koste van de zorg aan kinderen is wel heel wrang.
Zelf zie ik weinig in meer geld naar de gemeentes, want je kunt medische zorg voor kinderen met psychiatrische aandoeningen niet organiseren als een gemeentelijke voorziening. Daar verandert meer geld niks aan.
In de Volkskrant pleitten ook Marleen Barth, destijds Eerste Kamerlid voor de PvdA, en Nicole Teeuwen, destijds wethouder, voor terugkeer naar een landelijke regeling. Ze geven ruiterlijk toe dat ze destijds deze transitie hebben gesteund. Maar het boetekleed dat ze aantrekken is wel heel erg dun. Geen woord over het negeren van het massale verzet, geen woord over dat ze beter hadden kunnen weten. Maar goed. Je moet een ‘tot inkeer gekomene’ in de armen sluiten, zullen we maar denken. Ik sluit me daarom van harte aan bij hun oproep: haal de zorg voor deze kinderen weer in de gezondheidszorg.
Er was destijds een fundamenteel onbegrip over wat een psychiatrische aandoening eigenlijk inhoudt. Laat het verschrikkelijke leergeld dat daarvoor nu is betaald, niet voor niks zijn geweest. Laten we ervoor zorgen dat niet nog meer jongeren en hun ouders hiervan de dupe worden. ‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’, zou ik willen zeggen, maar ‘beter laat dan nooit’ is misschien meer op zijn plek.
Er komt een nieuwe regering. De huidige minister Hugo de Jonge was destijds als wethouder voor deze transitie. Ik heb de indruk dat hij als minister wel meer oog had voor de nadelen, maar tot wezenlijke verandering is het niet gekomen. Daarbij speelt ongetwijfeld mee dat de coronacrisis alle aandacht heeft opgeëist. Maar goed. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Vroeg of laat zal Nederland weer zoals elk beschaafd land de zorg voor kinderen met psychiatrische aandoeningen onderbrengen bij de gezondheidszorg, waar het hoort. De politiek heeft ervoor gezorgd dat dat nu niet het geval is. Het is aan de politiek deze fout zo snel mogelijk te herstellen. Ik denk, dat het veld er nog net zo over denkt als zeven jaar geleden.